Perspectief......?

De outlook voor 2025 en verder inzake pas en mest knel gevallen (laten we ze maar zo noemen) 2022 waren er 13597 melkvee bedrijven Daar zaten er 5272 onder de 2 gve en 8325 boven. Bij een norm van 170 kg N per ha hoort bij de huidige excretie een gve norm van 1.3 gve per ha. Bij uitblijven aanvullend beleid zullen er meer dan 10000 melkvee bedrijven te maken krijgen met mest afzet terwijl dat bij derogatie (2.3 gve) 5038 bedrijven waren. Mijn inschatting bij ongewijzigd beleid is dat een kwart, 2500 bedrijven, de stekker er uit trekt. PAS knel gevallen 3237 landbouw bedrijven zijn pas melder 1000 bedrijven zitten zonder vergunning omdat zij een depositie hadden van minder dan 0.05 mol en waren voor de uitspraak 29 mei 19 vrijgesteld. 620 bedrijven hadden op de dag van de uitspraak 29 mei 19 geen onherroepelijke Wnb vergunning. Daarnaast zijn er ongeveer een 1500 interimmers ( verlening vergunning tussen 2004 en 1 febr 2009, achteraf hadden zij een Wnb moeten krijgen maar hebben hem niet) Totaal 6500 vergunning loze bedrijven waarvan er 5000 melkveehouders zijn (inschatting) Ik schat in dat de helft niet in staat is om zich te legaliseren (uitblijven beleid, financiering, tegenwerking bevoegd gezag/NGO s) Dus van eenderde van de melkveehouderij wordt door uitblijven beleid afscheid genomen. Daarnaast zullen er een aantal niet mee kunnen komen in kpi markt programma s/herverdeling melkgeld en door inter governance afspraken aangaande klimaat. Inschatting dat 20 % vrijwillig of gedwongen afscheid neemt van de sector. Dan rest mij 1 vraag ! Wanneer wordt er eens gezamenlijk gewerkt aan perspectief?

Landbouw is in economische zin een tamelijk onbeduidende sector in Nederland

Door Frank Kalshoven, De claim dat ‘het agrocomplex’ goed is voor wel 6,7 procent van de Nederlandse economie, zagen we vorige week, is weliswaar correct, maar ook nietszeggend. De correct berekende bijdrage van de sector landbouw (de veeteelt, de akkerbouw, de tuinbouw) aan de Nederlandse economie is beperkt tot grofweg 1,5 procent. Zo ver waren we. Maar niet alles wat klein is, is onbelangrijk. Daarover deze week. Economische activiteiten hebben vaak effecten op anderen dan de direct betrokkenen. Externe effecten noemen economen dat. Tata Steel maakt staal, en krijgt voor dat staal per ton betaald door zijn klanten. Maar de omwonenden, die niets met die staalproductie en -verkoop te maken hebben, ervaren de overlast en de gezondheidsschade van de productie. Zo is het met de landbouw ook. De sector mag dan klein zijn in toegevoegde waarde, ze is groot in het veroorzaken van maatschappelijke schade. Van de externe effecten van de landbouw bestaat bij mijn beste weten geen compleet overzicht. Maar er zijn voorbeelden te over. Broeikasgassen. Volgens De Staat van de Landbouw, Natuur en Voedsel, een jaarlijkse publicatie van Wageningen Economic Research (WER) in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek, is het aandeel van de landbouw in de totale uitstoot van broeikasgassen in Nederland 16 procent (in 2021). Gasverbruik in kassen speelt hierin een rol. En de veeteelt natuurlijk. Maar in dit getal zit bijvoorbeeld ook de productie en transport van kunstmest. Nu dus kritisch blijven. Kunstmestproductie hóórt niet tot de landbouw in enge zin (die goed is voor 1,5 procent nationaal inkomen aan toegevoegde waarde), dus kun je ook de externe effecten hiervan niet aan de landbouw toerekenen. Feit blijft dat landbouw, vergeleken met de economische relevantie, een zeer grote broeikasgasproducent is. En een grote stikstofproducent: ruim 450 miljoen kilo. En een grote gebruiker van ‘gewasbeschermingsmiddelen’ (landbouwgif dus): 9 miljoen kilo (in 2021). En met 19 procent van het totaal is de landbouw ook een relatief grote uitstoter van fijnstof (PM10). En dit zijn dan alleen nog maar lokale voorbeelden van de fysieke kant van de zaak, met effecten op de natuur en de gezondheid. Er zijn daarnaast negatieve maatschappelijke effecten, bijvoorbeeld van de huisvesting van arbeidsmigranten. De gevolgen van de lage grondwaterstand omwille van de landbouw. Er zijn negatieve externe effecten elders, zoals ontbossing in het Amazonegebied ten behoeve van veevoerproductie. Ik heb het totale overzicht van de externe effecten niet (misschien zijn er zelfs positieve!), maar dat is voor de redenering ook niet nodig. Wat is die redenering dan? Dat het vreemd is om (pakweg) de helft van het grondgebied van een land te gebruiken voor een activiteit die slechts 1,5 procent bijdraagt aan het inkomen in enge zin en daarmee grote schade veroorzaakt tijdens de productie. Misschien is die schade, op geld gewaardeerd, zelfs wel groter dan die 1,5 procent, waarmee de landbouw per saldo een welvaartsvernietigende activiteit zou zijn. Nee, ik bedoel niet: schaf maar af, die landbouw. Maar wel: het moet radicaal anders. En als er hier en daar wat hectaren nodig zijn voor woningbouw, elektriciteitsproductie of nieuwe natuur, dan is dat geen probleem. Nederland heeft, in tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd, géén ruimteprobleem. Wel: irrationeel ruimtegebruik. Eerst de huidige toestand analyseren; dan nadenken over de toekomst. Dat eerste hebben we de afgelopen tijd gedaan, dat tweede is onderhanden werk. Ik kom erop terug. Frank Kalshoven is econoom en publicist

Interview met Dhr. Holman

Bron: NDC Harm Holman wil actie: ‘Ik ben medeschuldig’ ‘Ik heb met open mond zitten aanhoren wat Caroline van der Plas wil’ Harm Holman: „Het leek ons geen goed idee om burgers aan te moedigen de wet te overtreden door illegaal mest uitrijden te gedogen.’’ Arend van Wijngaarden Harm Holman (67) zou eigenlijk met pensioen gaan. Maar de oud-melkveehouder heeft nu een sleutelrol in de landbouwpolitiek. ,,Ik kon niet aanzien wat boeren wordt aangedaan.’’ De veestapel wordt kleiner doordat boeren stoppen of zich laten opkopen, zegt landbouwwoordvoerder Harm Holman van Nieuw Sociaal Contract (NSC). Het moet, want de landbouw loopt tegen de grenzen van de wet en Brusselse regelgeving. Na twee lange dagen van debatten in de Tweede Kamer over de landbouwbegroting, vertelt hij dat een deel van de landbouworganisaties een jaar geleden de Europese mestregels aan de kant wilde schuiven en het illegaal uitrijden van mest wilde gedogen. In de coalitie-onderhandelingen heeft dat voorstel ook op tafel gelegen, weet Holman. ,,Maar het was een hard punt van ons en de VVD dat dat niet kon. Uiteindelijk waren alle vier de partijen het daar ook over eens. Het leek ons allemaal geen goed idee om burgers aan te moedigen de wet te overtreden.’’ Net als we aan de keukentafel in Roden willen beginnen met het interview, belt de persoonlijk assistent van landbouwminister Femke Wiersma. ,,Hij wacht maar even’’, zegt Holman. De 67-jarige Harm Holman zit nog geen jaar in de Tweede Kamer voor Pieter Omtzigts NSC en nu al kan niemand om hem heen. Holman kent alles en iedereen. Dat krijg je als je veertig jaar boer bent, twintig jaar in de lokale en provinciale politiek zit voor het CDA en jaren in het bestuur van de zuivelcoöperatie, Rabobank en een Europese boerenorganisatie. Hij steekt meteen van wal: ,,Ik ben noordelijk veehouder geweest. In Noord-Nederland hebben we het gewoon heel goed voor elkaar. Bijna alle bedrijven zijn grondgebonden, kunnen de mest van hun eigen koeien uitrijden op hun eigen land. In het Noorden hebben we precies de goede verhouding tussen akkerbouw en de hoeveelheid koeien, kippen en varkens.’’ Het probleem zit meer in Brabant, Gelderland en Twente, schetst hij. ,,Te veel boeren zijn daar te intensief bezig. Te veel dieren op te weinig grond. Doordat daar al twintig jaar niets tegen gedaan is, dreigt nu een generieke korting voor iedereen. We mogen nu door de afbouw van derogatie als hele sector 30 procent minder mest op het land aanwenden. Nu al hebben melkveehouders kosten van 50.000 tot 100.000 euro om van hun mest af te komen. Een heleboel boeren gaan dit niet overleven.’’ Tijdens het debat van de afgelopen dagen kwam hij samen met de rest van de Tweede Kamer in aanvaring met BBB-voorvrouw Caroline van der Plas en haar landbouwminister Femke Wiersma. Als we niet ingrijpen, koerst de hele landbouw af op een ramp, vreest Holman. ,,De minister heeft nog niet voor een helft oplossingen voor het hele stuwmeer aan mest dat eraan komt.’’ Hij maakte in het Kamerdebat de vergelijking met de Titanic. De minister en de BBB zijn net het orkest dat doorspeelt terwijl het schip aan het zinken is, zei hij. ,,Dat had ik niet eens van tevoren bedacht, het kwam zo in me op’’, zegt hij een dag later. We moeten voorkomen dat het schip gaat zinken. Caroline van der Plas noemde zijn kritiek ongepast voor een coalitiegenoot. ,,Dat zij zo. Als je ziet hoe Van der Plas op haar beurt tekeerging tegen Kamerleden die zeggen dat er grondgebondenheid moet komen… Wat zeg ik, een groot deel van de Kamer wil dat. Ik heb met open mond zitten aanhoren wat Van der Plas wil. Ze zegt gewoon ‘ik wil die grondgebondenheid niet want ik wil dat de hele intensieve veehouderij in Brabant, Gelderland en Twente gewoon door kan gaan, en ik wil ook de industrie daaromheen in de benen houden’.’’ Maar dat mag ze toch willen? Dat wil haar achterban en dat willen veel kiezers. Dat is democratie. ,,Maar je ziet nu dat zij in de Kamer bijna alleen komt te staan. Er is een meerderheid die grondgebondenheid wil. Elke boer verantwoordelijk voor zijn eigen mest. De minister stelt het wel uit, maar zal toch moeten doen wat de Kamer wil.’’ Maar veel kiezers zijn het niet eens met die verstikkende regels. Hoe verklaart u anders al die omgekeerde vlaggen van een paar jaar geleden? ,,Dat was een algemener probleem. Maar als je zou vragen van ‘zullen we de wet overtreden en het er met zijn allen maar op aan laten komen?’ Dan zal ook het gros van de boeren zeggen dat ze dat niet verstandig vinden. De meeste mensen willen toch een duurzame toekomst. ,,De olifant in de kamer is dat er in het verleden te veel mest op de verkeerde manier is aangewend, soms binnen de regelgeving, maar soms ook er buiten. In het Noorden zijn maar weinig boeren die sjoemelen met mest, omdat dat niet nodig is. Ook in de rest van het land is het merendeel van de boeren van goede wil. Maar een paar procent verpest het voor de rest.’’ De telefoon gaat opnieuw. De assistent van de minister weer. Had u twee jaar geleden gedacht dat u nu zo’n prominente rol zou spelen in de landbouwpolitiek, toen u stopte met uw boerenbedrijf? ,,Nee, dat is bijna niet voor te stellen. Hoe lang geleden is het? September vorig jaar. Ik zat de plannen van Pieter Omtzigt te bekijken, dat sprak me aan, en ik was ook wel een beetje teleurgesteld in het CDA. Om wat ze presteerden op landbouwgebied. Nu functioneert het CDA weer volstrekt anders. Maar ik drukte op de knop solliciteren en na een paar sollicitatierondes kwam ik op nummer twintig op de lijst.’’

Laten wij Europa ten onder gaan? - Extra werken wordt niet beloond

Door Jaap Majoor, Politici zeggen: Europa moet zelfvoorzienend worden. Een verstandig besluit maar hoe? Kranten en media staan vol met advertenties: Personeel gevraagd. Vooral technisch opgeleid personeel is bijna niet te vinden, ondanks dat veel mensen gebruik maken van een WW uitkering. De vakbonden willen een 4 daagse werkweek als de nieuwe standaard. 3 Dagen werken is nog leuker, maar wel met behoud van hetzelfde loon. Belasting technisch wordt je met niet te veel werken extra beloond, omdat je bij een laag loon allerlei subsidies en toeslagen behoudt. Ga je meer werken, raak je deze voorzieningen kwijt en blijf je netto even veel verdienen, ondanks dat je meer uren werkt Werken wordt totaal niet beloond. Een totaal verkeerde economie. Gevolg van dit alles is: Europa wordt veel te duur om nog iets te produceren. Voorbeelden ten over, zelfs Volkswagen wil fabrieken sluiten en vele fabrieken zullen volgen, omdat onze arbeid te duur aan het worden is. Wij prijzen ons letterlijk uit de markt door de extreem duur geworden arbeid en overmatige regelgeving . Ook willen wij voorop lopen met allerlei milieu maatregelen, wat een goede zaak is. Alleen is veel arbeid en geld nodig om deze klimaatplannen te realiseren. Maar ook hier geldt. Wie doet dit? Zorg dat meer werken wel wordt beloond Draghi wil 800 miljard investeren om de economie uit het slob te halen. Letterlijk weggegooid geld. Er is maar een remedie, die deze crises kan oplossen. De schouders eronder en zorgen dat meer werken beloond wordt, zodat wij allemaal weer meer gaan werken met lagere loonkosten. Als de normale werkweek toch 4 dagen moet worden, betaal dan ook maar 4 dagen uit en bevries voorlopig de lonen. De werknemers, die 5 dagen en eventuele overuren willen maken, stimuleer deze werknemers. Dit zou kunnen door deze extra uren belastingvrij uit te keren, zowel voor de werkgever als werknemer. Voor beiden is dit een voordeel en de loonkosten per uur kunnen lager worden, want de werknemers gaan dan zeker meer werken. Arbeidsmigranten zijn dan niet meer nodig. Dus de noodzakelijke huisvesting voor deze migranten komt vrij voor onze eigen bevolking. Geen enkele politicus durft dit arbeidsprobleem aan te pakken, maar doen wij dit niet zal Europa letterlijk ten onder gaan. Welke politici durven dit aan te pakken ? Jaap Majoor - Laag Zuthem

boerenstaatsgreep of democratie?

Wösten juridisch advies Milieupolemiek 5 september 2024 De boerenstaatsgreep De boerenstaatsgreep is compleet. We hebben toegelaten dat een clubje radicale boeren het LNV-ministerie hebben kunnen veroveren, die nu hun kans grijpen om daar het werk van de afgelopen 5 jaar kort en klein te slaan. Sloopwerk, zonder enig idee over een serieus alternatief. Ze zullen wel even raar hebben staan kijken dat ditmaal geen tractor nodig was om de deur te forceren. Sommigen noemen dit democratie. Het draait allemaal om het NPLG (Nationaal Programma Landelijk Gebied). Dit is / was bedoeld als het vlaggeschip voor hervorming van de agrarische sector en de vele opgaven voor het buitengebied, waaronder niet in de laatste plaats urgente natuurzorg. Inzet is dat elke provincie een eigen gebiedsplan opstelt, waarin de vele opgaven bij elkaar moesten komen. Niet alleen stikstof, maar ook schoon water, pesticiden, klimaatbeleid en met inbegrip van rendabele bedrijfsontwikkeling. – Vlaggeschip Dit vlaggeschip is / was in aanbouw. Alle provincies hebben in 2022 een concept gebiedsplan in moeten leveren, zie bijvoorbeeld de Overijsselse versie. Hier zit jaren werk in waarbij landelijk duizenden mensen zijn betrokken. We waren op pad richting de definitieve plannen. Van de bijbehorende geldpot van ca. 24 miljard was eerder al aangekondigd dat die ontmanteld zou worden. Nu is ook gezegd dat deze gebiedsplannen met het oud papier worden meegegeven als het aan de boerenbewindslieden op LNV ligt. Duizenden mensen en alle provinciebesturen voor aap gezet. Beleidsplannen maak je als er problemen zijn. En als je geen beleidsplannen maakt dan zijn er ook geen problemen. Het boerenleven is simpel. Het punt is wel dat hiermee ook de rest van Nederland steeds verder in de problemen komt. Maatschappelijke stagnatie, verziekte sociale verhoudingen, verpieterende natuur en vervuild water in plaats van een constructieve en serieuze aanpak van de problemen. Voor de duidelijkheid: boerenbedrijven hebben ca. 60% van de Nederlandse grond in bezit. Hier wordt zeker niet gesteld dat het NPLG-traject alle problemen zou oplossen. Zie de ingebrachte zienswijzen bij het ontwerp-NPLG. Maar daar nu een streep door zetten staat gelijk aan 5 verloren jaren, terwijl de urgentie hoog is. Als dit zich doorzet dan dreigt jarenlange stagnatie waarbij de problemen enkel meer pijn gaan doen zonder uitzicht op verbetering. Met bovendien het risico van een gevaarlijke toename van cynisme bij belangrijke partijen. – Gewaarschuwd Toch waren we gewaarschuwd. Hier gebeurt wat we in de afgelopen decennia seriematig hebben kunnen zien gebeuren. Uitstel, mikkend op afstel en bevangen door de illusie dat wat wordt doodgezwegen niet meer bestaat. Boerenpolitiek maakt steeds het zelfde rondje, wat associaties oproept met stereotype gedrag. Ik neem u mee met wat voorbeelden uit onze politieke geschiedenis. Gaat u even rustig zitten, er is veel gebeurd. De Interimwet Ammoniak en Veehouderij (IAV) uit 1994 (!) was ook toen al decor van een boerenrevolte over stikstof, waarop die wet uiteindelijk weer werd ingetrokken zonder dat de problemen waren opgelost. Deze interimwet was overigens een waterig compromis. Het legaliseerde duizenden illegale bedrijfsuitbreidingen uit de jaren tachtig, en legde daarnaast milde beperkingen op aan de ammoniakemissies van veehouderij. Na afloop van de wettelijke legalisatieperiode vonden de boeren dat die milde beperkingen van hun bedrijfsvoeringen van tafel moesten. Aldus geschiedde middels de opvolger van de interimwet: de Wet Ammoniak en Veehouderij uit 2002. Deze nieuwe wet is minder dan een schim van de IAV. Waar de interimwet nog vrijwel alle stikstofgevoelige natuur een beschermingsstatus gaf, bleef van die beschermingsstatus onder de nieuwe wet nauwelijks iets over. Saillant detail: er heeft nooit een zinnige reden bestaan om de stikstofbescherming van natuur te beperken tot enkel de later aangewezen Natura 2000 gebieden. Onder de interimwet was nog alle stikstofgevoelige natuur wettelijk beschermd, is vervolgens stapsgewijs uitgekleed totdat enkel nog het uiterste minimum overbleef. # Boerenpolitiek. Nu moet ik volledig zijn. Mij zal nu gezegd worden dat met de WAV het depositiebeleid werd ingewisseld voor emissiebeleid. Dus geen focus meer op de depositiebeperking, maar op emisisebeperking. Want met emissiebeperking heb je ook depositiebeperking. Natuurlijk een correcte gedachte, maar dan moet het wel deugen. Dit alles werd geregeld via het Besluit Huisvesting, later Besluit emissiearme Huisvesting geheten. Hiermee werden stallen gebonden aan op termijn lagere emissiewaarden per dierplaats. Wat uiteindelijk uitdraaide op tovervloeren en het luchtwasserschandaal. Gesjoemel met milieutechniek door stallenbouwers. Een variant op de het dieselschandaal van Volkswagen. # Boerenpolitiek. Die boerenrevolte werd voortgezet vanwege het eind jaren negentig ingezette (en gestrande) mestreductiebeleid onder LNV-minister Brinkhorst (1998-2002), waaronder ook krimp van de varkensstapel. Hierbij onder meer boerenleuzen als “Brinkhorst moordenaar” en “etnische zuivering van varkensboeren“. De varkensboeren claimen een eigendomrecht op vervuiling, en worden na jaren procederen in het ongelijk gesteld bij de cassatierechter, de Hoge Raad. # Boerenpolitiek. De Reconstructiewet en de regionale reconstructieplannen (bedoeld om de veehouderij te hervormen in reactie om de dramatische dierziektenepidemiën, MKZ, varkenspest, vogelgriep, miljoenen dieren afgeslacht) heeft de agrolobby via provinciepolitiek weten om te turnen naar een miljarden Euro’s verslindende megastallenpromotieplan. Voor wie het nog weet: de landbouwontwikkelingsgebieden (LOG’s). Zie het LOG boek van de Rijksbouwmeester uit 2010. En de LNV publicatie ‘Reconstructie in beeld‘ (omstreeks 2006). Intrigerend: dat LNV-verslag wekt de indruk dat we met stikstof en watervervuiling toen op koers lagen. # Boerenpolitiek. Met de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) uit 2007 is een coup gepleegd vanuit de Tweede Kamer. De boerenpolitiek had het voor elkaar gekregen om toen 5 veehouders in de tweede kamer te krijgen (CDA Scheier-Pierik, CDA Koopmans, VVD Oplaat, LPF Van den Brink en PvdA Waalkens). Lees dit en dit Tweede Kamerdebat uit 2006 tussen deze heren en dame, en u kunt nooit meer zeggen dat u niet weet hoe geredeneerd wordt in de veehouderijsector. De boeren hebben met die wet gedaan gekregen dat niet langer omwonenden worden beschermd tegen stank van megastallen maar megastallen worden beschermd tegen omwonenden. De verklaring is simpel. De wet verplicht de gemeenten vergunningen voor nieuwe stallen te verlenen ook als daarmee stank bij omwonenden optreedt die volgens het RIVM gelijk staat aan ziekmakende extreme stankhinder. Meer concreet: vergunningen mogen worden verleend tot 35 Ou/m3. Ongelofelijk? Vraagt u het dan maar eens na bij deskundigen wat 35 Ou/m3 betekent: een ziekmakende stank om in te wonen. Ter vergelijking: in reguliere industrie ligt de norm bij 2 Ou/m3. Deze veehouderijstankwet is in 2022 door de rechtbank Den Haag deels onrechtmatig verklaard. # Boerenpolitiek. Tussen 2005 en 2015 zijn opnieuw duizenden veebedrijven illegaal uitgebreid. In ambtelijk-eufemistisch jargon ‘interimuitbreiders’ genoemd. Tenminste vanaf 2009 was vanwege rechtspraak van de bestuursrechter voor iedereen duidelijk dat een natuurvergunningplicht gold. Zie uitspraak Raad van State. De provinciebesturen lieten bedrijven niettemin met open ogen illegaal doorbouwen, zonder handhavend optreden. De ‘oplossing’ (lees: legalisatie) werd gezien in het PAS, die op 1 juli 2015 in werking zou gaan. # Boerenpolitiek. Tussen 2010 en 2013 vecht boerenorganisatie LTO-Noord tientallen natuurbeschermingsbesluiten aan bij de rechter. Voor een overzicht van die rechtszaken, met een vindplaats van de Raad van State uitspraken, zie link. LTO-Noord wordt in vrijwel alle gevallen in het ongelijk gesteld. De boodschap: natuur mag blijkbaar niet beschermd worden van deze boeren. # Boerenpolitiek. Met het door de boerenpolitiek toegejuichte opheffing van het melkquotum in 2015 ging de Nederlandse melkveestapel weer fors groeien, waarop paniekmaatregelen (fosfaatrechtenstelsel) zijn genomen om te kunnen blijven voldoen aan het fosfaatplafond. # Boerenpolitiek. De Fibronil-affaire uit 2017. Honderden legkippenboeren blijken met een malafide bloedluisbestrijder (met de omineuze bedrijfsnaam ‘Chickfriend’) in zee te zijn gegaan om met verboden gif (fibronil) bloedluis te bestrijden in megastallen. Dat gif komt in de eieren van de kippen. Na ontdekking door controlediensten zijn honderden miljoenen eieren (!) vernietigd en anderhalf miljoen kippen afgeslacht. Schandaal ! De kippenboeren probeerden hierop schaamteloos de overheid aansprakelijk te stellen omdat die beter zouden hebben moeten controleren. Bij de rechter kregen ze faliekant ongelijk. Geen eigen verantwoordelijkheid. # Boerenpolitiek. Met de PAS-uitspraak van 2019 bleken opnieuw duizenden PAS-melders illegaal, waarop luidkeels om legalisatie werd geroepen. Hierop is de toenmalige LNV-minister Schouten direct op haar rug gaan liggen, terwijl daarvoor geen enkele redelijke aanleiding bestond. Indien een verleende vergunning sneuvelt bij de rechter maar de vergunninghouder in de tussentijd al wel heeft gebouwd dan geldt al sinds mensenheugenis: prematuur bouwen is voor eigen rekening en risico. Geen coulanceregeling. Er is geen zinnige reden om bij PAS-melders anders te redeneren. Alle PAS-melders wisten dat het PAS onderwerp was van beroep en daarmee ook hun PAS-melding kon sneuvelen. De legalisatieclaim van de PAS-melders is gebaseerd op emotie en gebakken lucht. Opnieuw anderen de schuld geven, geen eigen verantwoordelijkheid. # Boerenpolitiek. Merk nog op dat de illegale PAS-melders nu de derde golf illegale bedrijfsuitbreidingen zijn, na de 1e golf illegale uitbreidingen voorafgaand aan de Interimwet Ammoniak en Veehouderij en de 2e golf in de jaren 2005-2015, de zogenoemde interimuitbreiders. Deze lijst boerenpolitiek kan nog veel langer worden gemaakt. 2009: Q-koorts en zoönosen; 2011, sloop van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS); 2017 mestfraude; 2020 mestfraude; 2022 illegale waterpompen, 2024 illegale pesticiden, enzovoort. – Buitengebied = boerendomein In Nederland hebben we twee werelden, die langs elkaar heen schuren; de stad en het buitengebied. Het buitengebied, dat is hoofdzakelijk agrarische grond, met ook nog wat natuur. Boerenpolitiek ziet het hele buitengebied als boerendomein, waar niet-agrarische activiteiten enkel worden geduld zolang ze geen geluid maken. Natuur is in de visie van boerenpolitiek potentiële landbouwgrond. En, voor zover onbruikbaar, dan geldt de eis dat ze erg geen last van mogen hebben. Natuur levert niks op, en is hooguit goed voor de jacht. Op deze plaats zijn in de afgelopen jaren al veel artikelen gepubliceerd waarin is gewaarschuwd dat we ons in deze jaren geen naïviteit kunnen permitteren over boerenpolitiek. Voor de duidelijkheid gezegd: boerenpolitiek is scherp te onderscheiden van de boeren zelf. Boerenpolitiek is waarschijnlijk nauwelijks representatief voor de boerensector. De hardste schreeuwers zetten de toon. Zoals ook in voetbalstadions de relschoppers vaak de toon zetten, het merendeel van het publiek daar niet van gediend is maar zich machteloos waant. In boerenpolitiek gaat het iets beheerster, maar het sociale mechanisme is identiek. Boerenpolitiek wordt sterk gestuurd door agro-industrie, waaronder veevoerfabrikanten (De Heus enz.), slachterij (Vion enz.), zuivel (Friesland Campina). Miljardenbedrijven, die puur op volume draaien. Hoe minder staarten, hoe minder omzet. De echte weerstand tegen de onvermijdelijke veestapelkrimp komt uit die hoek, maar het wordt gespeeld via boerenpolitiek. – Valse mythe van slachtofferschap Er heerst een vals beeld van de boerensector als slachtoffers van de overheid, aangezien boerenpolitiek al decennia aan veel touwtjes trekt op alle bestuursniveau’s. Van regering tot de waterschappen. Hierbij is ook nog te noemen dat de Nederlandse veehouders gemiddeld miljonair zijn, ook na aftrek van schulden. En, melkveehouders leven en werken op tientallen hectares grond, waar de meeste Nederlanders het met 50 tot 100 m2 woonruimte moeten doen. De agrarische sector (ca. 2% van de beroepsbevolking en 1,4 % van het BBP) heeft ca. 60% van Nederland in bezit. Het is uiteraard geen bezwaar dan veehouders miljonair zijn en 60% van het land bezitten. Maar daar hoort dan verantwoordelijkheid bij en geen vals slachtofferschap en ontkenning van problemen. Het boerenslachtofferschap is een zeldzaam bizarre en hardnekkige mythe, en politiek goud voor de boerenpolitiek. Deze mythe wordt mede in stand gehouden door oppervlakkige journalistiek die slachtofferschap exploiteert. Zie bijvoorbeeld Trouw-journalist Van der Storm met berichtgeving over indiviiduele kleine veehouders in de verdrukking, zonder in beeld te brengen dat die vooral worden weggedrukt door megastallen (lees: marktwerking, schaalvergroting en industrialisering). Journalisten die kritiekloos het boerenverhaal overnemen dat veel ontwikkelingen overheidsgestuurd zijn, blind voor het gegeven dat boerenpolitiek veel touwtjes in handen heeft, blind dat al decennia mede met inzet van aggressieve midddelen noodzakelijke maatregelen stranden. Niet zichtbaar maken dat boerenpolitiek vooral bestaat uit blokkeren en ontkennen, wat per saldo een keuze is voor voortgaande schaalvergroting én minder boeren. Dat al decennia boerenbedrijven de zaak sluiten is in de eerste plaats het gevolg van de boerenblokkadepolitiek. Er zal weinig veranderen zo lang niet het valse masker van slachtofferschap wordt afgetrokken, mede in stand gehouden door publieke media. Het is een invuloefening wat we in de komende tijd kunnen verwachten, indien dit kabinet stand houdt. We zullen boerenpolitiek de raarste kunsten zien uithalen om dit kabinet zo lang mogelijk in de benen te houden. Ze zullen daarvoor bij niet-agrarische thema’s opportunistisch gaan stemmen. Politieke koehandel tot de laatste snik. Hoe langer dit kabinet stand houdt hoe langer zij op het LNV-ministerie hun sloopwerk kunnen voortzetten. En hun slooplijstje is geen geheim. -Invuloefening Eerste prioriteit van de slopers is een zo hoog mogelijke drempelwaarde voor de stikstofvergunningplicht. Denk aan bovengenoemde stanknormen in de Wet geurhinder en veehouderij. Boerenpolitiek is soms best tolerant. Milieucriteria worden getolereerd maar onder de voorwaarde dat die dan zo ruim worden gesteld dat er geen enkele beperking van uit gaat. Hiermee zou dan ook de PAS-melderskwestie de wereld uit zijn zonder dat daar iets tegenover hoeft te worden gesteld. Dat hiermee de stikstofsluizen weer open worden gezet en de problemen nog groter worden gemaakt is geen probleem voor de boeren maar voor de overheid. Lekker makkelijk. Nota het NSC – toch geen klassieke boerenpartij – is de trekker van dit karretje. Goed bestuur betekent eerst de problemen aanpakken, en dan de teugels laten vieren (met bijvoorbeeld een drempelwaarde). Los het ecologisch probleem op, dan los je ook het juridisch probleem op. Andersom gaat niet lukken. NSC goed bestuur? Vervolgens zal de Kritische Depositiewaarde voor stikstof (KD-waarde) en het Aerius rekenmodel aan de beurt zijn. Dit is als de thermometer voor natuurschade door stikstof. Dat de KD-waarde internationaal wetenschappelijk is onderbouwd maakt blijkbaar geen indruk. Zie het NRC-hoofdartikel van 6 september 2024, Hoe Trumps wereld invloed kreeg op het Nederlandse stikstofbeleid. Dat een rekenmodel onmisbaar is om deposities te bepalen wordt terzijde geschoven. De thermometer moet kapot. Waar niet gemeten kan worden bestaat ook geen probleem. Boerenverstand. En tot slot voor de goede sier inzetten op techniekinnovatie op kosten van de overheid. De vervuiler krijgt geld. Kortom, voortgaan op de weg van tovervloeren en sjoemelluchtwassers. Waarbij de controle op naleving lek is als een mandje. Hierbij komt: veehouders schieten niets op met emissiereducerende staltechniek. Het kost geld en onderhoud, maar het draagt niets bij aan het bedrijfsresultaat. Het is een ‘moetje’, die ze liever kwijt dan rijk zijn. Wat niets bijdraagt aan het bedrijfsresultaat en bovendien is opgelegd door de overheid, daar gaat een ondernemer niet zijn of haar best voor doen. U heeft in de afgelopen jaren al een lange stroom boeren voorbij zien trekken met de boerenleus dat stikstof een verzonnen probleem is. Overigens hebben we al meer dan veertig jaar stalemissietechniek achter de rug, met de genoemde tovervloeren en sjoemelluchtwassers als oogst. Van milieutechniek nieuwe technische wonderen van verwachten is luchtfietserij. Het punt is dit. Met het NPLG dumpen wordt gezegd dat iedereen mesjogge is behalve de (mega)veehouders. Boerenstaatsgreep of democratie?

Boeren laten geld liggen bij het verduurzamen van hun boerderij

Veel boeren maken nog geen gebruik van financieringsregelingen die hen moeten helpen om hun bedrijf te verduurzamen. Dit blijkt uit een rapport van Wageningen Environmental Research. Vooral ‘koplopers en pioniers’ weten de weg naar deze regelingen te vinden. Waar lopen andere boeren tegenaan? Het rapport wijst twee belangrijke obstakels aan die de verduurzaming belemmeren: lage winstmarges en onzekerheid over toekomstig beleid en regelgeving van de overheid. Boeren verdienen vaak te weinig aan hun producten om de kosten van verduurzaming te kunnen dekken, en ze weten niet zeker welke regels in de toekomst weer gaan gelden, waardoor ze zulke grote investeringen niet kunnen en/of willen doen. Koplopers en pioniers Toch zijn er uiteraard ook boeren die wel omschakelen naar duurzamere bedrijfsmodellen. Het rapport van de WUR noemt deze boeren de ‘koplopers en pioniers’. Zij vormen volgens de onderzoekers een belangrijke groep, omdat zij met hun ervaringen andere boeren kunnen laten zien wat werkt en wat niet. De succesverhalen van deze boeren kunnen het vertrouwen in financieringsregelingen vergroten. Er zijn diverse regelingen beschikbaar die boeren kunnen ondersteunen bij hun omschakeling, zoals het Investeringsfonds Duurzame Landbouw en het Borgstellingskrediet voor de landbouw. Deze regelingen bieden leningen met gunstige voorwaarden, zoals lage rentes of een aflossingsvrije periode. Toch blijkt uit het rapport dat deze regelingen voor veel boeren niet voldoende zijn om hen te overtuigen de stap naar verduurzaming te zetten. Stapsgewijs verduurzamen Veel boeren kiezen er liever voor om stapsgewijs te verduurzamen in plaats van direct een ‘ingrijpende verandering’ van de bedrijfsvoering te omarmen. Deze aanpak biedt meer flexibiliteit en vermindert de financiële druk, maar het rapport waarschuwt dat dit niet altijd genoeg is om de ambities van de overheid te halen. Er is een risico dat boeren halverwege afhaken als de omstandigheden verslechteren. Betere marges op landbouwproducten en duidelijker beleid vanuit de overheid zijn dus nodig. Pas als deze voorwaarden verbeteren, zullen meer boeren waarschijnlijk bereid zijn om te verduurzamen en gebruik te maken van de beschikbare financieringsmogelijkheden. Tekst: Robert Hüsken Bron: Wageningen Environmental Research

Boeren verdacht van dumpen crystal meth-drugsafval op eigen akkers

Op drie akkers rond Baarle-Nassau is dit voorjaar drugsafval gevonden. Het giftige afval was vermengd met mest. De politie heeft gesproken met drie verdachten. Volgens betrouwbare bronnen zijn dat alle drie boeren. Er zou geen direct gevaar zijn. maar deskundigen houden de hun akkers wel in de gaten, net als de gewassen die erop zijn geplant. Deskundigen waarschuwen al langer dat niemand weet hoe vaak deze 'onzichtbare' drugsafvallozingen voorkomen. Het politieonderzoek kwam op 21 mei al in het nieuws. Twintig akkers rond Baarle-Nassau werden die dag 'bemonsterd'. Toen was al duidelijk dat de politie drugsafval op het spoor was. Maar onderzoek moest uitwijzen hoe groot het was. Intussen heeft laboratoriumonderzoek deze zomer duidelijk gemaakt dat er op drie van de twintig akkers sporen zijn gevonden van stoffen die te maken hebben met de productie van crystal meth. Details heeft de politie niet gegeven, maar bij andere afvalvondsten rond 'meth' ging het dan om allerlei giftige stoffen zoals aceton, tolueen en zoutzuur. Anonieme tipDe zaak kwam in maart al bij de politie in beeld. Bij Meld Misdaad Anoniem (MMA) kwam een serieuze en gedetailleerde tip binnen dat iemand uit Baarle-Nassau drugsafval vermengde met mest en die had geïnjecteerd in akkerland. Er volgde rechercheonderzoek. Dat leidde er op 21 mei toe dat er teams op pad gingen van politie, specialisten van het NFI ((Nederlands Forensisch Instituut), milieudeskundigen van de Omgevingsdienst en mensen van de opsporingsdienst van 'voedselwaakhond' NVWA. Ze vulden emmertjes met zand en namen die mee voor onderzoek in een laboratorium. Zo liepen ze ook door een veld met uien. De teams werden die dag gezien in de Hoogeindsestraat, Ginder, Tommel, Ghil, en de Strontbaan. Daar vonden ze niks. Maar het was wel raak op Gorpeind, Zondereigensebaan en Klein Bedaf, volgens betrouwbare bronnen. BoerenHet spoor leidde naar drie verdachten. Dat zijn de eigenaren en gebruikers van die akkers. Boeren uit Baarle-Nassau van 48, 49 en 72 jaar oud. De politie heeft inmiddels met ze gesproken en beschouwt ze als verdachten. Maar of ze ook worden gezien als veroorzakers van de lozing is onduidelijk. De gemeente Baarle-Nassau heeft ook contact met ze en 'haar bestuurlijke instrumentarium' ingesteld. Details zijn niet bekendgemaakt. Maar het ligt voor de hand dat de boeren bodemonderzoek moeten laten doen en als het vervuild is hun eigen grond moeten laten schoonmaken. Het gaat om percelen met uien. Momenteel zou er geen gevaar zijn. "De NVWA en haar opsporingsdienst zijn bij het onderzoek aangesloten om te onderzoeken en monitoren of de voedselveiligheid in gevaar komt. Daar is tot op heden nog geen sprake van", meldt de politie. Waar blijft het drugsafval?Het aantal zichtbare dumpingen van drugsafval in de bekende tonnen en vaten neemt af. Soms is er een stijging zichtbaar, zoals vorig jaar in West-Brabant. En begin dit jaar was er een piek in Oost-Brabant, maar dit jaar zijn er minder dumpingen dan pakweg tien jaar geleden. Dat is opvallend, omdat de politie ziet dat er juist wel meer drugs worden gemaakt. Dat kan betekenen dat criminelen hun afval anders lozen dan vroeger. Er zijn wel wat aanwijzingen. Zo was er de enorme drugsput bij Halsteren. Ook het dumpen via het uitrijden van mest zou vaker kunnen voorkomen. Er zijn maar een paar incidenten bekend waarbij drugsafval door de mest zat. Dat zijn incidenten van de afgelopen tien jaar. Eentje speelde in Someren en de ander in Riel. Het onderzoek rond Baarle-Nassau is uniek. Er zijn nauwelijks voorbeelden van in ons land dat specialisten akkers bemonsteren op drugsafval. Omdat er nauwelijks onderzoek is, weet niemand hoe groot het probleem eigenlijk is. Politie onderzoekt of er mest met drugsafval is gedumpt

casev2


Foto's
0
Video's
0
Topics
1
Reacties
0
Stemmen
5.267
Volgers

Over mij

Woonplaats: Perkouw
Leeftijd: 43jr
Laatst op Boeren.online: 1mnd geleden
Laatst op Prikkebord: 10min geleden
Laatst op TractorFan: 3d geleden

Melkveehouder in het Groene Hart

Bedrijven

Ervaring

Ik heb ervaring met de volgende machines:

Merk / type Waardering