STIKSTOF PROBLEEM , Hoe is het ontstaan ?

Door Meindert Nieuweboer, In 1992 werd in Rio de Janeiro een grote milieuconferentie gehouden, georganiseerd door het IPPC in Geneve. Drs. J. Pronk, destijds milieuminister in ons land heeft besloten, onder druk en op verzoek van de milieuorganisaties (destijds meer dan 30), om een wet op basis van voorzorg wetgeving op de agenda te plaatsen en hierover te beslissen in Rio. Kortgezegd houdt dit in, dat zaken die in de toekomst schadelijk zouden kunnen zijn, men deze op basis van voorzorgsmaatregelen vooraf kan regelen, wetenschappelijk onderzoek vooraf is dan niet nodig. Er werd destijds bij de universiteit in Heidelberg bezwaar gemaakt tegen dit voorstel en zij stuurden een bezwaarschrift aan Pronk in Geneve , dat werd mede ondertekend door 350 wetenschappers waaronder twee Nobelprijswinnaars. Zij stelden, dat men eerst wetenschappelijk onderzoek moet uitvoeren of de te nemen maatregelen überhaupt wel werken, of zelfs contraproductief gaan werken of wellicht hoge kosten met zich meebrengen, maar niet op de bonnefooi iets afkondigen en domweg beslissen. Het IPPC aanvaarde het bezwaarschrift van het Heidelberg Appeal niet en schoof het terzijde. Het bezwaarschrift is later door meer dan 4000 wetenschappers ondertekend waaronder 72 Nobelprijswinnaars. Nadat in Rio de Janeiro eensgezind was besloten om wetgeving in te voeren op basis van het ‘’voorzorgprincipe”, kwam de vraag bij de EU commissaris in Brussel, hoe gaan we dit invullen? Zowel in Rio als in Brussel voerden gelijkgestemden het woord en werd er actie ondernomen. In het EU parlement is een zogenaamde onderzoekscommissie benoemd , grotendeels bestaande uit aanhangers van het voorzorgprincipe , deze bedachten dat er wel erg veel stikstof in de atmosfeer zat, (78.8%). En veel te hoge emissies uit de industrie en landbouw. Er bestond de mening dat veel planten in de natuur stikstof slecht konden verdragen en daardoor zullen verdwijnen. Zo kwam het stikstof beleid tot stand met als hoofddoel het maken van een Kaderrichtlijn Water. Elk EU lid werd verplicht om voor zichzelf voorschriften op te stellen om het stikstofgehalte , de emissie en de depositie van stikstof terug te dringen. Er werden door de WUR en het RIVM rapporten geschreven en rekenformules gemaakt om nauwkeurig te kunnen vaststellen hoeveel de emissie bedraagt per bedrijf, per hectare en zelfs per koe varken en kip. De onderzoeksrapporten voldeden aan de wensen van de opdrachtgevers voor het maken van beleid en wetgeving. Nadat de regelgeving was gepubliceerd werd er door de landbouworganisaties gevraagd om ook de wetenschappelijke onderbouwing te publiceren, maar die bleek er niet te zijn, het was het voorzorgprincipe. EU parlementariër Ir. Jan Mulder werd door een groep boeren in Brussel bezocht met de vraag kan dit wel. (ik was er bij) Hij ergerde zich als afgestudeerd bodemkundige/ bemestingsleer aan de gang van zaken en diende een petitie in met het verzoek om eerst wetenschappelijk onderzoek uit voeren. Maar deze petitie haalde het niet, van de meer dan 500 stemmen kwamen er TIEN stemmen te kort, dus geen wetenschappelijk onderzoek vooraf door EU !!. In 1993 is het door de toenmalige Minister van Landbouw Drs. L.J. Brinkhorst op basis van het voorzorgprincipe verplicht gesteld de mest in de bodem te injecteren op straffe van flinke boetes. Elke bodemkundige in ons land keurde deze injectieverplichting af, maar werden niet gehoord. Er zijn wetenschappers om die reden geschorst of gedegradeerd in functie. Ook bestuurders van de Landbouworganisaties, veelal heren met duidelijke politieke partijbelangen wensten geen onderzoek naar de gevolgen van mestinjectie in de bodem, in het bodemleven en voor de biodiversiteit en biochemie in de bodem? De WUR wetenschappers en het RIVM die met hun berekeningen de mestinjectie hebben gepromoot, meldden destijds dat er een reductie van ammoniakemissie was van 70% , maar metingen geven inmiddels aan dat de emissie slechts 6 á 7 % bedraagt. Het is dus duidelijk dat het middel erger is dan de kwaal. Minister Ir. C. Veerman kondigde toen een onderzoek aan naar de gevolgen voor de bodem, het bodemleven en de biodiversiteit in de bodem. Met het onderzoek stemde de gehele Kamercommissie in. Het onderzoek is helaas nooit uitgevoerd. Een ambtenaar (naar bekend) antwoordde in een rechtszaak aan de officier van justitie, wij vonden het onderzoek niet relevant, waarvan acte. Nu na DERTIG jaar hebben eindelijk de drie Noordelijke Provincies twee jaar geleden een onderzoek laten uitvoeren naar de ‘’Effecten van bemesting op het bodemleven en de Stikstofkringloop“ Het onderzoek is uitgevoerd Bioclear Earth uit Groningen, het onderzoek nam anderhalf jaar in beslag. Het onderzoeksresultaat geeft duidelijk aan dat mestinjectie nadelen heeft voor de bodem, het bodemleven en de bodemchemie. Bovengronds bemesten verbetert de bodemstructuur door het nu in leven blijvende wormenbestand die de bodemstructuur verbeteren. Gratis stikstof door betere bodembiologie. Bovengronds bemesten komt uit het onderzoek naar voren als een techniek met twee voordelen. De microbiologie van de bodem is gezonder en er zijn meer micro-organismen die stikstof kunnen vastleggen, dit bespaart op kunstmest en hierdoor wordt het risico op uitspoeling sterk verminderd. Stikstof professor Dr. Ir. J W. Erisman schrijft in zijn boek de ‘’Vliegende geest” dat mestinjectie de uitspoeling van nutriënten zal laten toenemen, en dat klopt zo blijkt uit het onderzoek van Bioclear Earth. Er werden door de WUR en het RIVM rapporten geschreven om dit voorzorgbeleid te ondersteunen, vele onderzoekers creëerden nieuwe functies en werden aangesteld bij overheidsinstellingen. Er zijn inmiddels meer mensen die verdienen aan de stikstof problematiek dan die er last van hebben. Een onderzoek door Stichting Agrifacts stelde voor om een drietal bèta deskundigen een contraexpertise te laten uitvoeren. Helaas kregen deze onderzoekers niet de beschikking over de data ’s van de WUR en het RIVM. Na aandringen van o.a. de politiek is het één en ander toegezonden. De bevindingen van deze onderzoekers, Hanekamp, Crok en Brigs, lieten weinig over van het door de WUR en het RIVM geproduceerde rapportages. De stikstofcommissie Hofmans stelde, dat op deze basis geen beleid mag worden gemaakt en dat de Aerius rekenformule niet geschikt voor beleid en recht , aldus deze wetenschappers. Ing. wijlen Paul Blokker berekende aan de hand van gegevens van het milieucompendium van het RIVM en de gegevens van het CBS, dat sinds we mest in de bodem injecteren de uitspoeling naar het oppervlaktewater toeneemt, terwijl de aan en afvoer afneemt. Toen hij in een onderhoud bij het RIVM (Ik was er bij) dit aan de orde stelde, werd hem verweten dat de cijfers niet wetenschappelijk waren onderbouwd , hierop antwoordde Blokker met ‘’het zijn jullie eigen cijfers’’. De uitspoeling zet, door de manier van bemesten, jaarlijks voort en door het te hoge cijfer van uitspoeling zijn agrariërs inmiddels verplicht om vier meter vanaf de waterlopen en sloten niet meer te beplanten en te bemesten. Als dit beleid niet verandert zal de vier meter worden verhoogd met enkele meters echter zonder de oorzaak op te lossen . Nu na ruim 30 jaar op basis van het voorzorgprincipe de stikstof problematiek in ons land nog steeds actueel is, tracht men de natura 2000 gebieden te beschermen d.m.v. uitkoop van melkveebedrijven. Alhoewel er miljarden voor zijn gereserveerd zijn er nogal veel wetenschappers die met hun boeken publicaties de zin en onzin van het stikstofbeleid met gedegen kritiek onderuit halen. Professor Ronald Plasterk publiceerde: ‘’Stikstofbeleid berust op drijfzand’’. Kloppen de gegevens waar Brussel om vraagt wel, zijn de cijfers over watervervuiling juist, worden de lozingen van de rioolwaterzuivering soms samen geteld met die van het oppervlaktewater uit de agrarische sector? (Ook de wet en regelgeving over carbon dioxide (CO2) is ontstaan op basis van het voorzorgprincipe. In mijn middelbare school periode was het gehalte in de lucht aan CO2 0.038 % en nu 60 jaar later is het gestegen tot 0.0414 % en dat wil men laten dalen omdat het een opwarmingsgas zou zijn , kost wat het kost !!). Onweer en depositie van stikstofoxiden waaronder nitraat NO3. Bijna dagelijks wordt bij de weerberichten vermeld regen met de kans op onweersbuien. Van de 78.9 % stikstof (N2) in de lucht verbrandt er tijdens onweer veel stikstof door de elektrische ontladingen van wel 30 000 volt en die verbrande stikstof regent af als nitraat NO3. Praktijkmetingen hebben aangegeven dat 10 á 15 kilogram neerslag per hectare voorkomt. Deze nitraat valt overal op landbouwgronden op huizen en wegen, maar ook in de natura 2000 gebieden in het oppervlaktewater. Deze stikstof is geen depositie en emissie van ammoniak (NH3). Met meerdere onweersbuien per jaar kan het aardig aantellen . Professor Jules de Waart wijdt in zijn boek: ‘’Geloof niet alles…’’ er een duidelijke beschrijving over, maar het is helaas uit voorzorg nooit aan de orde gekomen in de stikstofdiscussie. Als mijn beide grootvaders (geb. 1884), allebei veehouder, met elkaar spraken , zei de één tegen de ander: ‘’het zal weer groeien willen, want het heeft best dondert”, niet wetende hoe het beter groeien kwam, inmiddels weten we het maar wordt uit voorzorg verzwegen. Het is de hoogste tijd dat er meer deskundig onderzoek komt naar de werkelijke depositie van het vluchtige stikstofgas ammoniak. Dat er notitie genomen wordt van het onderzoek van Bioclear Earth uit Groningen, en het duidelijk wordt waar de uitspoelcijfers van nutriënten in het oppervlakte water vandaan komen, van agrariërs?. van rioolwaterzuiveringsbedrijven? van de industrie? Ook de schade aan de natuur vraagt aan meer onderzoek mede omdat er in de bladen van de natuurorganisaties staat dat de natuur op omvallen staat. De bodemcultuur is van groot belang voor de gezondheid van mens en dier, al ons voedsel komt van de bodem , we eten het direct of indirect , we eten het direct of indirect door zuivel vlees en eieren en we eten ook nog vis. Ik heb mij sinds de eind jaren tachtig van de vorige eeuw intensief en bestuurlijk bemoeid met de stikstof met het ammoniakbeleid en nu het melkveebedrijf wordt gerund door zoon en kleinzoon heb ik mijn dossier van de afgelopen jaren eens doorgenomen en opgeschreven wat er van geworden is en hoe het er nu voorstaat. Ik meende er goed aan te doen om deze zaken te melden, mede omdat er niet of nauwelijks meer kennis van genomen wordt. M. Nieuweboer Sr. Aartswoud Februari 2024 23-11-2022: https://www.youtube.com/watch?v=EyuoA5ujRE8

jan w


Foto's
0
Video's
0
Topics
1
Reacties
5.689
Stemmen
485
Volgers

Over mij

Woonplaats: Vorden
Leeftijd: 65jr
Laatst op Boeren.online: 1jr geleden
Laatst op Prikkebord: 4d geleden
Laatst op TractorFan: 3jr geleden

Bedrijven

Ervaring

Ik heb ervaring met de volgende machines:

Merk / type Waardering