Perspectief......?

De outlook voor 2025 en verder inzake pas en mest knel gevallen (laten we ze maar zo noemen) 2022 waren er 13597 melkvee bedrijven Daar zaten er 5272 onder de 2 gve en 8325 boven. Bij een norm van 170 kg N per ha hoort bij de huidige excretie een gve norm van 1.3 gve per ha. Bij uitblijven aanvullend beleid zullen er meer dan 10000 melkvee bedrijven te maken krijgen met mest afzet terwijl dat bij derogatie (2.3 gve) 5038 bedrijven waren. Mijn inschatting bij ongewijzigd beleid is dat een kwart, 2500 bedrijven, de stekker er uit trekt. PAS knel gevallen 3237 landbouw bedrijven zijn pas melder 1000 bedrijven zitten zonder vergunning omdat zij een depositie hadden van minder dan 0.05 mol en waren voor de uitspraak 29 mei 19 vrijgesteld. 620 bedrijven hadden op de dag van de uitspraak 29 mei 19 geen onherroepelijke Wnb vergunning. Daarnaast zijn er ongeveer een 1500 interimmers ( verlening vergunning tussen 2004 en 1 febr 2009, achteraf hadden zij een Wnb moeten krijgen maar hebben hem niet) Totaal 6500 vergunning loze bedrijven waarvan er 5000 melkveehouders zijn (inschatting) Ik schat in dat de helft niet in staat is om zich te legaliseren (uitblijven beleid, financiering, tegenwerking bevoegd gezag/NGO s) Dus van eenderde van de melkveehouderij wordt door uitblijven beleid afscheid genomen. Daarnaast zullen er een aantal niet mee kunnen komen in kpi markt programma s/herverdeling melkgeld en door inter governance afspraken aangaande klimaat. Inschatting dat 20 % vrijwillig of gedwongen afscheid neemt van de sector. Dan rest mij 1 vraag ! Wanneer wordt er eens gezamenlijk gewerkt aan perspectief?

Landbouw is in economische zin een tamelijk onbeduidende sector in Nederland

Door Frank Kalshoven, De claim dat ‘het agrocomplex’ goed is voor wel 6,7 procent van de Nederlandse economie, zagen we vorige week, is weliswaar correct, maar ook nietszeggend. De correct berekende bijdrage van de sector landbouw (de veeteelt, de akkerbouw, de tuinbouw) aan de Nederlandse economie is beperkt tot grofweg 1,5 procent. Zo ver waren we. Maar niet alles wat klein is, is onbelangrijk. Daarover deze week. Economische activiteiten hebben vaak effecten op anderen dan de direct betrokkenen. Externe effecten noemen economen dat. Tata Steel maakt staal, en krijgt voor dat staal per ton betaald door zijn klanten. Maar de omwonenden, die niets met die staalproductie en -verkoop te maken hebben, ervaren de overlast en de gezondheidsschade van de productie. Zo is het met de landbouw ook. De sector mag dan klein zijn in toegevoegde waarde, ze is groot in het veroorzaken van maatschappelijke schade. Van de externe effecten van de landbouw bestaat bij mijn beste weten geen compleet overzicht. Maar er zijn voorbeelden te over. Broeikasgassen. Volgens De Staat van de Landbouw, Natuur en Voedsel, een jaarlijkse publicatie van Wageningen Economic Research (WER) in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek, is het aandeel van de landbouw in de totale uitstoot van broeikasgassen in Nederland 16 procent (in 2021). Gasverbruik in kassen speelt hierin een rol. En de veeteelt natuurlijk. Maar in dit getal zit bijvoorbeeld ook de productie en transport van kunstmest. Nu dus kritisch blijven. Kunstmestproductie hóórt niet tot de landbouw in enge zin (die goed is voor 1,5 procent nationaal inkomen aan toegevoegde waarde), dus kun je ook de externe effecten hiervan niet aan de landbouw toerekenen. Feit blijft dat landbouw, vergeleken met de economische relevantie, een zeer grote broeikasgasproducent is. En een grote stikstofproducent: ruim 450 miljoen kilo. En een grote gebruiker van ‘gewasbeschermingsmiddelen’ (landbouwgif dus): 9 miljoen kilo (in 2021). En met 19 procent van het totaal is de landbouw ook een relatief grote uitstoter van fijnstof (PM10). En dit zijn dan alleen nog maar lokale voorbeelden van de fysieke kant van de zaak, met effecten op de natuur en de gezondheid. Er zijn daarnaast negatieve maatschappelijke effecten, bijvoorbeeld van de huisvesting van arbeidsmigranten. De gevolgen van de lage grondwaterstand omwille van de landbouw. Er zijn negatieve externe effecten elders, zoals ontbossing in het Amazonegebied ten behoeve van veevoerproductie. Ik heb het totale overzicht van de externe effecten niet (misschien zijn er zelfs positieve!), maar dat is voor de redenering ook niet nodig. Wat is die redenering dan? Dat het vreemd is om (pakweg) de helft van het grondgebied van een land te gebruiken voor een activiteit die slechts 1,5 procent bijdraagt aan het inkomen in enge zin en daarmee grote schade veroorzaakt tijdens de productie. Misschien is die schade, op geld gewaardeerd, zelfs wel groter dan die 1,5 procent, waarmee de landbouw per saldo een welvaartsvernietigende activiteit zou zijn. Nee, ik bedoel niet: schaf maar af, die landbouw. Maar wel: het moet radicaal anders. En als er hier en daar wat hectaren nodig zijn voor woningbouw, elektriciteitsproductie of nieuwe natuur, dan is dat geen probleem. Nederland heeft, in tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd, géén ruimteprobleem. Wel: irrationeel ruimtegebruik. Eerst de huidige toestand analyseren; dan nadenken over de toekomst. Dat eerste hebben we de afgelopen tijd gedaan, dat tweede is onderhanden werk. Ik kom erop terug. Frank Kalshoven is econoom en publicist

Eerste landen komen met ambitieuzere klimaatplannen en zetten toon voor de rest

Het hoeft deze klimaattop officieel nog niet, maar sommige landen doen het al wel: ingrijpende aangescherpte plannen presenteren om hun broeikasgassenuitstoot omlaag te krijgen. Het is voor veel landen een zware bevalling: dure plannen die een forse impact hebben op de nationale economie, die regeringsleiders bovendien lang niet altijd populair maken bij hun kiezers. Integendeel. Komende februari, zo hebben de landen afgesproken in het Parijsakkoord, moeten alle aangescherpte klimaatdoelen er liggen. En die moeten ambitieuzer zijn dan de vorige. Landen die al eerder zijn, bepalen eigenlijk de toon voor de rest. Want als de eerste landen razend ambitieus zijn, kan de rest dan wel achterblijven? Op de klimaattop in Azerbeidzjan is de grote aandachttrekker - zowel negatief als positief - vooral de zogenoemde 'trojka': de drie landen die verantwoordelijk zijn voor de vorige klimaattop (Verenigde Arabische Emiraten), de huidige (Azerbeidzjan) en de komende (Brazilië). Zeker die eerste en laatste geven een signaal af dat andere landen in meer of mindere mate dwingt tot ambitie. Gemiste kans Opvallend genoeg grijpt Azerbeidzjan de top in eigen land vooralsnog niet aan om plannen te presenteren. "Echt een enorme gemiste kans", reageert klimaatfinancieringsexpert Pieter Pauw van de TU Eindhoven. "Rond het begin van dit soort toppen proberen landen de bereidheid om te onderhandelen juist te vergroten met sweeping statements en grote beloften. Dat laat Azerbeidzjan nu volledig liggen." Ambitieuzer is het signaal van de Verenigde Arabische Emiraten (VAE), een land dat weliswaar fossiele brandstoffen door de aderen heeft stromen, maar ook vorig jaar de klimaattop organiseerde en zich nu dus van zijn goede kant wil laten zien. Per 2035 wil het land de uitstoot van broeikasgassen met 47 procent verminderen, blijkt uit de nieuwste plannen. "47 procent, heel mooi. Dat zijn percentages waar we een paar jaar geleden, voor het Parijsakkoord, alleen van konden dromen", zegt Pauw. "Tegelijk is het minder dan er wereldwijd nodig is: 60 procent. En dan stoten de Emiraten ook nog eens vrij veel uit per hoofd van de bevolking, dus ze hadden zelfs nog boven die 60 procent moeten zitten." Olieproductie omhoog Verdere kritiek die op de Emiraten klinkt is dat het land voornemens is om naast de ambitieuze eigen uitstootdoelen tóch de fossiele productie verder op te voeren. Zolang de gas- en olieproductie omhooggaat, wordt er dus meer fossiele brandstof geëxporteerd en gaat de uitstoot elders omhoog. Datzelfde probleem is er met de plannen van Brazilië, dat volgend jaar de klimaattop organiseert. De Brazilianen zijn ambitieuzer dan de Emiraten: de uitstoot per 2035 moet omlaag met tussen de 59 en 67 procent, wat zeker voor een ontwikkelingsland uitzonderlijk hoog is. Brazilië stelt allerlei maatregelen voor om de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen in het eigen land te verminderen. Maar ook de Brazilianen bouwen tegelijk de productie niet af. Toch is de verwachting dat het G20-land een grote impact heeft op de klimaatdoelen van andere landen. Pauw: "Denk bijvoorbeeld aan het effect op landen met net als Brazilië veel bossen, zoals Congo en Indonesië. Met deze plannen kunnen ze aankloppen bij die landen om ze aan het werk te zetten, onder het mom van: 'wij hebben het zelf ook gedaan, want de noodzaak is toch duidelijk?'." Dit is wat jij moet weten over de klimaattop(pen): Industrieland Verenigd Koninkrijk heeft officieel nog geen plan ingediend, maar premier Starmer zet bepaald niet laag in. Hij noemt een uitstootreductie van 81 procent ten opzichte van 1990, waar andere industrielanden met interesse naar zullen kijken. Ook de EU zal dat doen, maar de verwachting is niet dat die het snel zal gebruiken om eigen plannen te presenteren. Los van het feit dat de Europese Commissie nog niet op volle kracht is na de verkiezingen van afgelopen zomer, is er in werkelijkheid weinig overeenstemming in EU-landen over ambitieuzer klimaatbeleid. In veel lidstaten, waaronder ook Nederland, heeft ambitieuzer klimaatbeleid de wind bepaald niet mee. Het is dan ook de vraag of de EU de deadline in februari überhaupt haalt. Andere nationale plannen om de broeikasgassenuitstoot te beperken zijn voorlopig niet te verwachten. "Landen zullen nu toch de kat uit de boom kijken, en afwachten wat deze top oplevert voordat ze hun plannen formuleren", zegt Pauw. "En ontwikkelingslanden zijn ook echt op financiële hulp aangewezen voor de uitvoering, dus dat maakt de uitkomst van de top in Bakoe extra belangrijk."

Interview met Dhr. Holman

Bron: NDC Harm Holman wil actie: ‘Ik ben medeschuldig’ ‘Ik heb met open mond zitten aanhoren wat Caroline van der Plas wil’ Harm Holman: „Het leek ons geen goed idee om burgers aan te moedigen de wet te overtreden door illegaal mest uitrijden te gedogen.’’ Arend van Wijngaarden Harm Holman (67) zou eigenlijk met pensioen gaan. Maar de oud-melkveehouder heeft nu een sleutelrol in de landbouwpolitiek. ,,Ik kon niet aanzien wat boeren wordt aangedaan.’’ De veestapel wordt kleiner doordat boeren stoppen of zich laten opkopen, zegt landbouwwoordvoerder Harm Holman van Nieuw Sociaal Contract (NSC). Het moet, want de landbouw loopt tegen de grenzen van de wet en Brusselse regelgeving. Na twee lange dagen van debatten in de Tweede Kamer over de landbouwbegroting, vertelt hij dat een deel van de landbouworganisaties een jaar geleden de Europese mestregels aan de kant wilde schuiven en het illegaal uitrijden van mest wilde gedogen. In de coalitie-onderhandelingen heeft dat voorstel ook op tafel gelegen, weet Holman. ,,Maar het was een hard punt van ons en de VVD dat dat niet kon. Uiteindelijk waren alle vier de partijen het daar ook over eens. Het leek ons allemaal geen goed idee om burgers aan te moedigen de wet te overtreden.’’ Net als we aan de keukentafel in Roden willen beginnen met het interview, belt de persoonlijk assistent van landbouwminister Femke Wiersma. ,,Hij wacht maar even’’, zegt Holman. De 67-jarige Harm Holman zit nog geen jaar in de Tweede Kamer voor Pieter Omtzigts NSC en nu al kan niemand om hem heen. Holman kent alles en iedereen. Dat krijg je als je veertig jaar boer bent, twintig jaar in de lokale en provinciale politiek zit voor het CDA en jaren in het bestuur van de zuivelcoöperatie, Rabobank en een Europese boerenorganisatie. Hij steekt meteen van wal: ,,Ik ben noordelijk veehouder geweest. In Noord-Nederland hebben we het gewoon heel goed voor elkaar. Bijna alle bedrijven zijn grondgebonden, kunnen de mest van hun eigen koeien uitrijden op hun eigen land. In het Noorden hebben we precies de goede verhouding tussen akkerbouw en de hoeveelheid koeien, kippen en varkens.’’ Het probleem zit meer in Brabant, Gelderland en Twente, schetst hij. ,,Te veel boeren zijn daar te intensief bezig. Te veel dieren op te weinig grond. Doordat daar al twintig jaar niets tegen gedaan is, dreigt nu een generieke korting voor iedereen. We mogen nu door de afbouw van derogatie als hele sector 30 procent minder mest op het land aanwenden. Nu al hebben melkveehouders kosten van 50.000 tot 100.000 euro om van hun mest af te komen. Een heleboel boeren gaan dit niet overleven.’’ Tijdens het debat van de afgelopen dagen kwam hij samen met de rest van de Tweede Kamer in aanvaring met BBB-voorvrouw Caroline van der Plas en haar landbouwminister Femke Wiersma. Als we niet ingrijpen, koerst de hele landbouw af op een ramp, vreest Holman. ,,De minister heeft nog niet voor een helft oplossingen voor het hele stuwmeer aan mest dat eraan komt.’’ Hij maakte in het Kamerdebat de vergelijking met de Titanic. De minister en de BBB zijn net het orkest dat doorspeelt terwijl het schip aan het zinken is, zei hij. ,,Dat had ik niet eens van tevoren bedacht, het kwam zo in me op’’, zegt hij een dag later. We moeten voorkomen dat het schip gaat zinken. Caroline van der Plas noemde zijn kritiek ongepast voor een coalitiegenoot. ,,Dat zij zo. Als je ziet hoe Van der Plas op haar beurt tekeerging tegen Kamerleden die zeggen dat er grondgebondenheid moet komen… Wat zeg ik, een groot deel van de Kamer wil dat. Ik heb met open mond zitten aanhoren wat Van der Plas wil. Ze zegt gewoon ‘ik wil die grondgebondenheid niet want ik wil dat de hele intensieve veehouderij in Brabant, Gelderland en Twente gewoon door kan gaan, en ik wil ook de industrie daaromheen in de benen houden’.’’ Maar dat mag ze toch willen? Dat wil haar achterban en dat willen veel kiezers. Dat is democratie. ,,Maar je ziet nu dat zij in de Kamer bijna alleen komt te staan. Er is een meerderheid die grondgebondenheid wil. Elke boer verantwoordelijk voor zijn eigen mest. De minister stelt het wel uit, maar zal toch moeten doen wat de Kamer wil.’’ Maar veel kiezers zijn het niet eens met die verstikkende regels. Hoe verklaart u anders al die omgekeerde vlaggen van een paar jaar geleden? ,,Dat was een algemener probleem. Maar als je zou vragen van ‘zullen we de wet overtreden en het er met zijn allen maar op aan laten komen?’ Dan zal ook het gros van de boeren zeggen dat ze dat niet verstandig vinden. De meeste mensen willen toch een duurzame toekomst. ,,De olifant in de kamer is dat er in het verleden te veel mest op de verkeerde manier is aangewend, soms binnen de regelgeving, maar soms ook er buiten. In het Noorden zijn maar weinig boeren die sjoemelen met mest, omdat dat niet nodig is. Ook in de rest van het land is het merendeel van de boeren van goede wil. Maar een paar procent verpest het voor de rest.’’ De telefoon gaat opnieuw. De assistent van de minister weer. Had u twee jaar geleden gedacht dat u nu zo’n prominente rol zou spelen in de landbouwpolitiek, toen u stopte met uw boerenbedrijf? ,,Nee, dat is bijna niet voor te stellen. Hoe lang geleden is het? September vorig jaar. Ik zat de plannen van Pieter Omtzigt te bekijken, dat sprak me aan, en ik was ook wel een beetje teleurgesteld in het CDA. Om wat ze presteerden op landbouwgebied. Nu functioneert het CDA weer volstrekt anders. Maar ik drukte op de knop solliciteren en na een paar sollicitatierondes kwam ik op nummer twintig op de lijst.’’

Boerenacties, in 5 jaar en 50 jaar tijd. (Actie! Actie! Actie!)

Door Piet Hermus, Als het 1 oktober 2019 prachtig stralend weer was geweest, zoals de weken ervoor, dan waren alle akkerbouwers bezig met het rooien van aardappelen en was de maisoogst in volle gang geweest. De aangekondigde demonstratie op het Malieveld door Agractie en FDF zou dan in het water gevallen zijn. Doordat het juist al een week zeiknat weer was, konden veel akkerbouwers meedoen met de protesten vanuit aanvankelijk vooral veehouders. Dat een dag eerder de veerpont vanuit Texel vol trekkers de overtocht maakte op weg naar Den Haag, was voor veel twijfelaars het teken om ook te gaan. Dus was er die dag wel een bomvol Malieveld. De machtsdominante agrarische deelsectoren, als varken en koe, hadden volop reden tot protest. Logisch gezien de gure politieke milieu- en dierenextremistenwind die er waaide sinds o.a. PvdD actief hun utopische wenswereld probeerde uit te rollen. PAS-vonnis en Tjeerd deden de rest. Het bleef dat najaar slecht weer met een hete boerenactieherfst als gevolg. Ook in 1974 was er volop boerenprotest, zoals in een nokvol Utrechts stadion Galgenwaard tegen het beleid van regering en EU. Dat was in een tijd dat bijna iedereen tegen alles demonstreerde. In 1990 waren er akkerbouwacties tegen de instortende graanprijzen, met een groot zwijgen vanuit de veesectoren en (aanvankelijk) van de bestuurders van de toen machtige belangenorganisaties. Ik ben dat niet vergeten. Dat waren redenen voor oprichting van de NAV. Voor de ene boer was graan de basis van een inkomen en voor de ander een kostenpost. Weinig actie en solidariteit ook voor de kleine deelsectoren als champions en witloftrek, die bijna ter ziele zijn. Zij zijn niet dominant en het ontbreekt ze aan grote schreeuwers. 1 van de interne oorzaken van deze succesvolle 1 oktoberactie 2019 was het onbenul van het LTO-Melkveebestuur in de jaren tot aan 2015, door in te zetten op groot, te intensief, een snelle sectorale groei maar met hoge kosten, wat de markt niet aankon. De onvrede bij melkveehouders was groot na het einde van de quotering, een milieuruimte die er niet was en met een twijfelachtig voortbestaan van de derogatie. Hoogmoed komt voor elke val, altijd en elke keer weer. Nadruk zou moeten liggen op evenwicht voor de gehele agrarische sector. Ik zie hierdoor weinig goed boerenbestuur in eigenlijk alle bonden en actiegroepen, nieuw en oud. Er is amper visie. Hierdoor zijn wij boeren met alle boerenorganisaties steeds irrelevanter geworden, ondanks dat er een BBB is. Piet Hermus, Zevenbergschen Hoek, akkerbouwer Bron: Nieuwe Oogst Foodlog discussie: https://www.foodlog.nl/artikel/gebrek-aan-visie-en-solidariteit-drijft-boerenactie/#comment-344978

boerenstaatsgreep of democratie?

Wösten juridisch advies Milieupolemiek 5 september 2024 De boerenstaatsgreep De boerenstaatsgreep is compleet. We hebben toegelaten dat een clubje radicale boeren het LNV-ministerie hebben kunnen veroveren, die nu hun kans grijpen om daar het werk van de afgelopen 5 jaar kort en klein te slaan. Sloopwerk, zonder enig idee over een serieus alternatief. Ze zullen wel even raar hebben staan kijken dat ditmaal geen tractor nodig was om de deur te forceren. Sommigen noemen dit democratie. Het draait allemaal om het NPLG (Nationaal Programma Landelijk Gebied). Dit is / was bedoeld als het vlaggeschip voor hervorming van de agrarische sector en de vele opgaven voor het buitengebied, waaronder niet in de laatste plaats urgente natuurzorg. Inzet is dat elke provincie een eigen gebiedsplan opstelt, waarin de vele opgaven bij elkaar moesten komen. Niet alleen stikstof, maar ook schoon water, pesticiden, klimaatbeleid en met inbegrip van rendabele bedrijfsontwikkeling. – Vlaggeschip Dit vlaggeschip is / was in aanbouw. Alle provincies hebben in 2022 een concept gebiedsplan in moeten leveren, zie bijvoorbeeld de Overijsselse versie. Hier zit jaren werk in waarbij landelijk duizenden mensen zijn betrokken. We waren op pad richting de definitieve plannen. Van de bijbehorende geldpot van ca. 24 miljard was eerder al aangekondigd dat die ontmanteld zou worden. Nu is ook gezegd dat deze gebiedsplannen met het oud papier worden meegegeven als het aan de boerenbewindslieden op LNV ligt. Duizenden mensen en alle provinciebesturen voor aap gezet. Beleidsplannen maak je als er problemen zijn. En als je geen beleidsplannen maakt dan zijn er ook geen problemen. Het boerenleven is simpel. Het punt is wel dat hiermee ook de rest van Nederland steeds verder in de problemen komt. Maatschappelijke stagnatie, verziekte sociale verhoudingen, verpieterende natuur en vervuild water in plaats van een constructieve en serieuze aanpak van de problemen. Voor de duidelijkheid: boerenbedrijven hebben ca. 60% van de Nederlandse grond in bezit. Hier wordt zeker niet gesteld dat het NPLG-traject alle problemen zou oplossen. Zie de ingebrachte zienswijzen bij het ontwerp-NPLG. Maar daar nu een streep door zetten staat gelijk aan 5 verloren jaren, terwijl de urgentie hoog is. Als dit zich doorzet dan dreigt jarenlange stagnatie waarbij de problemen enkel meer pijn gaan doen zonder uitzicht op verbetering. Met bovendien het risico van een gevaarlijke toename van cynisme bij belangrijke partijen. – Gewaarschuwd Toch waren we gewaarschuwd. Hier gebeurt wat we in de afgelopen decennia seriematig hebben kunnen zien gebeuren. Uitstel, mikkend op afstel en bevangen door de illusie dat wat wordt doodgezwegen niet meer bestaat. Boerenpolitiek maakt steeds het zelfde rondje, wat associaties oproept met stereotype gedrag. Ik neem u mee met wat voorbeelden uit onze politieke geschiedenis. Gaat u even rustig zitten, er is veel gebeurd. De Interimwet Ammoniak en Veehouderij (IAV) uit 1994 (!) was ook toen al decor van een boerenrevolte over stikstof, waarop die wet uiteindelijk weer werd ingetrokken zonder dat de problemen waren opgelost. Deze interimwet was overigens een waterig compromis. Het legaliseerde duizenden illegale bedrijfsuitbreidingen uit de jaren tachtig, en legde daarnaast milde beperkingen op aan de ammoniakemissies van veehouderij. Na afloop van de wettelijke legalisatieperiode vonden de boeren dat die milde beperkingen van hun bedrijfsvoeringen van tafel moesten. Aldus geschiedde middels de opvolger van de interimwet: de Wet Ammoniak en Veehouderij uit 2002. Deze nieuwe wet is minder dan een schim van de IAV. Waar de interimwet nog vrijwel alle stikstofgevoelige natuur een beschermingsstatus gaf, bleef van die beschermingsstatus onder de nieuwe wet nauwelijks iets over. Saillant detail: er heeft nooit een zinnige reden bestaan om de stikstofbescherming van natuur te beperken tot enkel de later aangewezen Natura 2000 gebieden. Onder de interimwet was nog alle stikstofgevoelige natuur wettelijk beschermd, is vervolgens stapsgewijs uitgekleed totdat enkel nog het uiterste minimum overbleef. # Boerenpolitiek. Nu moet ik volledig zijn. Mij zal nu gezegd worden dat met de WAV het depositiebeleid werd ingewisseld voor emissiebeleid. Dus geen focus meer op de depositiebeperking, maar op emisisebeperking. Want met emissiebeperking heb je ook depositiebeperking. Natuurlijk een correcte gedachte, maar dan moet het wel deugen. Dit alles werd geregeld via het Besluit Huisvesting, later Besluit emissiearme Huisvesting geheten. Hiermee werden stallen gebonden aan op termijn lagere emissiewaarden per dierplaats. Wat uiteindelijk uitdraaide op tovervloeren en het luchtwasserschandaal. Gesjoemel met milieutechniek door stallenbouwers. Een variant op de het dieselschandaal van Volkswagen. # Boerenpolitiek. Die boerenrevolte werd voortgezet vanwege het eind jaren negentig ingezette (en gestrande) mestreductiebeleid onder LNV-minister Brinkhorst (1998-2002), waaronder ook krimp van de varkensstapel. Hierbij onder meer boerenleuzen als “Brinkhorst moordenaar” en “etnische zuivering van varkensboeren“. De varkensboeren claimen een eigendomrecht op vervuiling, en worden na jaren procederen in het ongelijk gesteld bij de cassatierechter, de Hoge Raad. # Boerenpolitiek. De Reconstructiewet en de regionale reconstructieplannen (bedoeld om de veehouderij te hervormen in reactie om de dramatische dierziektenepidemiën, MKZ, varkenspest, vogelgriep, miljoenen dieren afgeslacht) heeft de agrolobby via provinciepolitiek weten om te turnen naar een miljarden Euro’s verslindende megastallenpromotieplan. Voor wie het nog weet: de landbouwontwikkelingsgebieden (LOG’s). Zie het LOG boek van de Rijksbouwmeester uit 2010. En de LNV publicatie ‘Reconstructie in beeld‘ (omstreeks 2006). Intrigerend: dat LNV-verslag wekt de indruk dat we met stikstof en watervervuiling toen op koers lagen. # Boerenpolitiek. Met de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) uit 2007 is een coup gepleegd vanuit de Tweede Kamer. De boerenpolitiek had het voor elkaar gekregen om toen 5 veehouders in de tweede kamer te krijgen (CDA Scheier-Pierik, CDA Koopmans, VVD Oplaat, LPF Van den Brink en PvdA Waalkens). Lees dit en dit Tweede Kamerdebat uit 2006 tussen deze heren en dame, en u kunt nooit meer zeggen dat u niet weet hoe geredeneerd wordt in de veehouderijsector. De boeren hebben met die wet gedaan gekregen dat niet langer omwonenden worden beschermd tegen stank van megastallen maar megastallen worden beschermd tegen omwonenden. De verklaring is simpel. De wet verplicht de gemeenten vergunningen voor nieuwe stallen te verlenen ook als daarmee stank bij omwonenden optreedt die volgens het RIVM gelijk staat aan ziekmakende extreme stankhinder. Meer concreet: vergunningen mogen worden verleend tot 35 Ou/m3. Ongelofelijk? Vraagt u het dan maar eens na bij deskundigen wat 35 Ou/m3 betekent: een ziekmakende stank om in te wonen. Ter vergelijking: in reguliere industrie ligt de norm bij 2 Ou/m3. Deze veehouderijstankwet is in 2022 door de rechtbank Den Haag deels onrechtmatig verklaard. # Boerenpolitiek. Tussen 2005 en 2015 zijn opnieuw duizenden veebedrijven illegaal uitgebreid. In ambtelijk-eufemistisch jargon ‘interimuitbreiders’ genoemd. Tenminste vanaf 2009 was vanwege rechtspraak van de bestuursrechter voor iedereen duidelijk dat een natuurvergunningplicht gold. Zie uitspraak Raad van State. De provinciebesturen lieten bedrijven niettemin met open ogen illegaal doorbouwen, zonder handhavend optreden. De ‘oplossing’ (lees: legalisatie) werd gezien in het PAS, die op 1 juli 2015 in werking zou gaan. # Boerenpolitiek. Tussen 2010 en 2013 vecht boerenorganisatie LTO-Noord tientallen natuurbeschermingsbesluiten aan bij de rechter. Voor een overzicht van die rechtszaken, met een vindplaats van de Raad van State uitspraken, zie link. LTO-Noord wordt in vrijwel alle gevallen in het ongelijk gesteld. De boodschap: natuur mag blijkbaar niet beschermd worden van deze boeren. # Boerenpolitiek. Met het door de boerenpolitiek toegejuichte opheffing van het melkquotum in 2015 ging de Nederlandse melkveestapel weer fors groeien, waarop paniekmaatregelen (fosfaatrechtenstelsel) zijn genomen om te kunnen blijven voldoen aan het fosfaatplafond. # Boerenpolitiek. De Fibronil-affaire uit 2017. Honderden legkippenboeren blijken met een malafide bloedluisbestrijder (met de omineuze bedrijfsnaam ‘Chickfriend’) in zee te zijn gegaan om met verboden gif (fibronil) bloedluis te bestrijden in megastallen. Dat gif komt in de eieren van de kippen. Na ontdekking door controlediensten zijn honderden miljoenen eieren (!) vernietigd en anderhalf miljoen kippen afgeslacht. Schandaal ! De kippenboeren probeerden hierop schaamteloos de overheid aansprakelijk te stellen omdat die beter zouden hebben moeten controleren. Bij de rechter kregen ze faliekant ongelijk. Geen eigen verantwoordelijkheid. # Boerenpolitiek. Met de PAS-uitspraak van 2019 bleken opnieuw duizenden PAS-melders illegaal, waarop luidkeels om legalisatie werd geroepen. Hierop is de toenmalige LNV-minister Schouten direct op haar rug gaan liggen, terwijl daarvoor geen enkele redelijke aanleiding bestond. Indien een verleende vergunning sneuvelt bij de rechter maar de vergunninghouder in de tussentijd al wel heeft gebouwd dan geldt al sinds mensenheugenis: prematuur bouwen is voor eigen rekening en risico. Geen coulanceregeling. Er is geen zinnige reden om bij PAS-melders anders te redeneren. Alle PAS-melders wisten dat het PAS onderwerp was van beroep en daarmee ook hun PAS-melding kon sneuvelen. De legalisatieclaim van de PAS-melders is gebaseerd op emotie en gebakken lucht. Opnieuw anderen de schuld geven, geen eigen verantwoordelijkheid. # Boerenpolitiek. Merk nog op dat de illegale PAS-melders nu de derde golf illegale bedrijfsuitbreidingen zijn, na de 1e golf illegale uitbreidingen voorafgaand aan de Interimwet Ammoniak en Veehouderij en de 2e golf in de jaren 2005-2015, de zogenoemde interimuitbreiders. Deze lijst boerenpolitiek kan nog veel langer worden gemaakt. 2009: Q-koorts en zoönosen; 2011, sloop van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS); 2017 mestfraude; 2020 mestfraude; 2022 illegale waterpompen, 2024 illegale pesticiden, enzovoort. – Buitengebied = boerendomein In Nederland hebben we twee werelden, die langs elkaar heen schuren; de stad en het buitengebied. Het buitengebied, dat is hoofdzakelijk agrarische grond, met ook nog wat natuur. Boerenpolitiek ziet het hele buitengebied als boerendomein, waar niet-agrarische activiteiten enkel worden geduld zolang ze geen geluid maken. Natuur is in de visie van boerenpolitiek potentiële landbouwgrond. En, voor zover onbruikbaar, dan geldt de eis dat ze erg geen last van mogen hebben. Natuur levert niks op, en is hooguit goed voor de jacht. Op deze plaats zijn in de afgelopen jaren al veel artikelen gepubliceerd waarin is gewaarschuwd dat we ons in deze jaren geen naïviteit kunnen permitteren over boerenpolitiek. Voor de duidelijkheid gezegd: boerenpolitiek is scherp te onderscheiden van de boeren zelf. Boerenpolitiek is waarschijnlijk nauwelijks representatief voor de boerensector. De hardste schreeuwers zetten de toon. Zoals ook in voetbalstadions de relschoppers vaak de toon zetten, het merendeel van het publiek daar niet van gediend is maar zich machteloos waant. In boerenpolitiek gaat het iets beheerster, maar het sociale mechanisme is identiek. Boerenpolitiek wordt sterk gestuurd door agro-industrie, waaronder veevoerfabrikanten (De Heus enz.), slachterij (Vion enz.), zuivel (Friesland Campina). Miljardenbedrijven, die puur op volume draaien. Hoe minder staarten, hoe minder omzet. De echte weerstand tegen de onvermijdelijke veestapelkrimp komt uit die hoek, maar het wordt gespeeld via boerenpolitiek. – Valse mythe van slachtofferschap Er heerst een vals beeld van de boerensector als slachtoffers van de overheid, aangezien boerenpolitiek al decennia aan veel touwtjes trekt op alle bestuursniveau’s. Van regering tot de waterschappen. Hierbij is ook nog te noemen dat de Nederlandse veehouders gemiddeld miljonair zijn, ook na aftrek van schulden. En, melkveehouders leven en werken op tientallen hectares grond, waar de meeste Nederlanders het met 50 tot 100 m2 woonruimte moeten doen. De agrarische sector (ca. 2% van de beroepsbevolking en 1,4 % van het BBP) heeft ca. 60% van Nederland in bezit. Het is uiteraard geen bezwaar dan veehouders miljonair zijn en 60% van het land bezitten. Maar daar hoort dan verantwoordelijkheid bij en geen vals slachtofferschap en ontkenning van problemen. Het boerenslachtofferschap is een zeldzaam bizarre en hardnekkige mythe, en politiek goud voor de boerenpolitiek. Deze mythe wordt mede in stand gehouden door oppervlakkige journalistiek die slachtofferschap exploiteert. Zie bijvoorbeeld Trouw-journalist Van der Storm met berichtgeving over indiviiduele kleine veehouders in de verdrukking, zonder in beeld te brengen dat die vooral worden weggedrukt door megastallen (lees: marktwerking, schaalvergroting en industrialisering). Journalisten die kritiekloos het boerenverhaal overnemen dat veel ontwikkelingen overheidsgestuurd zijn, blind voor het gegeven dat boerenpolitiek veel touwtjes in handen heeft, blind dat al decennia mede met inzet van aggressieve midddelen noodzakelijke maatregelen stranden. Niet zichtbaar maken dat boerenpolitiek vooral bestaat uit blokkeren en ontkennen, wat per saldo een keuze is voor voortgaande schaalvergroting én minder boeren. Dat al decennia boerenbedrijven de zaak sluiten is in de eerste plaats het gevolg van de boerenblokkadepolitiek. Er zal weinig veranderen zo lang niet het valse masker van slachtofferschap wordt afgetrokken, mede in stand gehouden door publieke media. Het is een invuloefening wat we in de komende tijd kunnen verwachten, indien dit kabinet stand houdt. We zullen boerenpolitiek de raarste kunsten zien uithalen om dit kabinet zo lang mogelijk in de benen te houden. Ze zullen daarvoor bij niet-agrarische thema’s opportunistisch gaan stemmen. Politieke koehandel tot de laatste snik. Hoe langer dit kabinet stand houdt hoe langer zij op het LNV-ministerie hun sloopwerk kunnen voortzetten. En hun slooplijstje is geen geheim. -Invuloefening Eerste prioriteit van de slopers is een zo hoog mogelijke drempelwaarde voor de stikstofvergunningplicht. Denk aan bovengenoemde stanknormen in de Wet geurhinder en veehouderij. Boerenpolitiek is soms best tolerant. Milieucriteria worden getolereerd maar onder de voorwaarde dat die dan zo ruim worden gesteld dat er geen enkele beperking van uit gaat. Hiermee zou dan ook de PAS-melderskwestie de wereld uit zijn zonder dat daar iets tegenover hoeft te worden gesteld. Dat hiermee de stikstofsluizen weer open worden gezet en de problemen nog groter worden gemaakt is geen probleem voor de boeren maar voor de overheid. Lekker makkelijk. Nota het NSC – toch geen klassieke boerenpartij – is de trekker van dit karretje. Goed bestuur betekent eerst de problemen aanpakken, en dan de teugels laten vieren (met bijvoorbeeld een drempelwaarde). Los het ecologisch probleem op, dan los je ook het juridisch probleem op. Andersom gaat niet lukken. NSC goed bestuur? Vervolgens zal de Kritische Depositiewaarde voor stikstof (KD-waarde) en het Aerius rekenmodel aan de beurt zijn. Dit is als de thermometer voor natuurschade door stikstof. Dat de KD-waarde internationaal wetenschappelijk is onderbouwd maakt blijkbaar geen indruk. Zie het NRC-hoofdartikel van 6 september 2024, Hoe Trumps wereld invloed kreeg op het Nederlandse stikstofbeleid. Dat een rekenmodel onmisbaar is om deposities te bepalen wordt terzijde geschoven. De thermometer moet kapot. Waar niet gemeten kan worden bestaat ook geen probleem. Boerenverstand. En tot slot voor de goede sier inzetten op techniekinnovatie op kosten van de overheid. De vervuiler krijgt geld. Kortom, voortgaan op de weg van tovervloeren en sjoemelluchtwassers. Waarbij de controle op naleving lek is als een mandje. Hierbij komt: veehouders schieten niets op met emissiereducerende staltechniek. Het kost geld en onderhoud, maar het draagt niets bij aan het bedrijfsresultaat. Het is een ‘moetje’, die ze liever kwijt dan rijk zijn. Wat niets bijdraagt aan het bedrijfsresultaat en bovendien is opgelegd door de overheid, daar gaat een ondernemer niet zijn of haar best voor doen. U heeft in de afgelopen jaren al een lange stroom boeren voorbij zien trekken met de boerenleus dat stikstof een verzonnen probleem is. Overigens hebben we al meer dan veertig jaar stalemissietechniek achter de rug, met de genoemde tovervloeren en sjoemelluchtwassers als oogst. Van milieutechniek nieuwe technische wonderen van verwachten is luchtfietserij. Het punt is dit. Met het NPLG dumpen wordt gezegd dat iedereen mesjogge is behalve de (mega)veehouders. Boerenstaatsgreep of democratie?

Blijf alert! Een stier is immers nooit te vertrouwen

Vorige week zondag was Co op het land bezig met de trekker. De sloten waren uitgebaggerd en Co zijn taak was de bagger over het land te verspreiden. Dat moment kreeg hij spontaan bezoek van zijn zusje. Ze kwam even een bakkie halen en ze had taart meegenomen. En om aan te geven dat ze er was. Ze klimt over het hek en loopt niets vermoedend even het land in om hallo te zeggen tegen Co. https://www.youtube.com/watch?v=voh65LmgrmU Op het land liep de stier. En als op het land de stier loopt, is het voor ons verboden terrein. Geregeld loop ik een rondje over het land met de hond. Maar nu gaat dat even niet. [url=https://www.efarm.nl/aanbod/details.php?mid=56a7d00f87ac3]Door deze waarschuwingen blijf ik uit de wei. [/url]Maar een zus die wel is opgegroeid is op de boerderij maar er niet dagelijks meer komt, loopt een groter risico. Ze zijn namelijk niet bewust van de gevaren op de boerderij. Ook al is ze op de boerderij opgegroeid. Het gevaar zit gewoon niet meer in haar systeem. Elk jaar zijn er per jaar gemiddeld 2 tot 3 dodelijke slachtoffers te betreuren als gevolg van ongevallen met stieren op het bedrijf. En meestal ook nog in de wei. Stieren zijn onberekenbare dieren, dat hoef ik jullie allemaal niet te vertellen. Maar zo zie je, dat het even op het land lopen, grote risico’s met zich meeneemt. Bezoekers buiten het bedrijf zijn zich niet bewust van de gevaren. Ik kom oorspronkelijk niet van de boerderij, ik kwam er als kind graag. Rondom mijn dorp waren er zat boeren en ze vonden het meestal wel gezellig dat ik als nieuwsgierig kind langskwam. Tot ik weer weg moest want soms vroeg de oren van de boer zijn kop af. De ene keer was ie meer in de stemming om antwoord te geven dan de andere keer. Ik had de vrijheid om overal te lopen waar ik mocht, maar…”Nergens an komme!” Soms mocht ik helpen in de stal en stond ik het voer van de koeien aan te vegen, dat was toen een beste klus. Ik weet me nog te herinneren dat ik in de stallen liep en in een hok stond de stier. Ik heb als kind zelfs aan zijn neusring lopen trekken. Geen idee hoe groot het gevaar is geweest bij de stier of in welke staat ie was. Ik dacht ook verder niet over na. Maar het viel in ieder geval niet onder het kopje: “Nergens an komme”. Als ik klaar was, kreeg ik met “koppies toid” verse karnemelk met kleine stukjes roomboter erin en erbij een stroopwafel. En daarna moest ik naar huis. Ik kom niet dagelijks in de stal en werk niet dagelijks op de boerderij. [url=https://www.efarm.nl/aanbod/details.php?mid=659837fe10b22]Mijn werk is het in kaart brengen van risico’s[/url] en ben daarbij toch wel bewust van de stier. Ook op het land, zorg ik altijd even of ik m zie en wat ie aan het doen is. Sta je er zelf nog wel eens bij stil of je evengoed tijdens je werk, je alertheid op de stier houdt? Hoe gaan jullie om met de veiligheid met de stier? Hebben jullie bordjes hangen, zijn er afspraken gemaakt binnen het bedrijf en hoe gaat dat dan met spontane bezoekjes op jullie bedrijf? Staat de stier vast of hebben jullie ervoor gekozen helemaal geen stier meer op het bedrijf te houden? Als veiligheidskundige stel ik deze vragen, niet alleen over de stier, maar ook over diverse onderwerpen waar jullie dagelijks mee werken. Een Risico-Inventarisatie en Evaluatie klinkt allemaal zwaar op de hand, maar dat hoeft niet. Zie vooral de voordelen in als je risico’s in kaart zijn gebracht en dat je bewust maatregelen kan treffen. De maatregelen zijn vooral wat voor jou werkt. Stap voor stap. https://www.efarm.nl/fotos/efarm/56a7d00f87ac3-1.jpg https://www.efarm.nl/aanbod/details.php?mid=56a7d00f87ac3

TIMO BURGERS: Ik wil voorkomen dat ik met mijn rug tegen de muur kom te staan

'Als het buigen of barsten wordt, dan ga ik buigen' Column TIMO BURGERS: In een eerdere column heb ik geschreven dat ik met mijn bedrijf piekbelaster ben. En in een andere column dat de stoppersregeling gedoemd was een mislukking te worden. Het kan verkeren. Ik heb me aangemeld voor de Lbv-plusregeling. De koeien gaan weg. Het label piekbelaster dwingt je na te denken over je eigen toekomst. Ik heb een lijst gemaakt met alle redenen om te stoppen en redenen om door te gaan. De lijst met argumenten voor stoppen was het langst. De ongemakkelijke waarheid is dat ik het niet kan opbrengen om meer dan 30 euro per kuub te betalen voor mestafzet als we geen derogatie meer hebben. Zeker niet in combinatie met de sterk gestegen rente. Ik wil tot elke prijs voorkomen dat ik met mijn rug tegen de muur kom te staan en word gedwongen het hele bedrijf te verkopen. We hebben altijd kunnen leven van de boerderij, maar ik vrees voor de komende vijf jaar. Het is niet dat de stoppersregeling zo aantrekkelijk is, het is meer dat doorgaan erg moeilijk wordt. Als ik kijk naar hoe het bij ons gaat, dan zijn er redenen te bedenken waarom de regeling op een goed moment komt. Ik heb steeds vaker last van PHPD (pijntje hier, pijntje daar) en mijn stal is een keer toe aan een flinke renovatie. Eerst renoveren en dan stoppen is idioot. Maar vooral is het stoppen nu een bewuste keuze, niet een noodzaak uit armoede. Ik wil voorkomen dat ik met mijn rug tegen de muur kom te staan Alle kalveren gaan al een poosje weg. De koeien blijven binnen omdat overal waar het kon mais is gezaaid. Als het voer op is, zullen ze vertrekken. Ik ben nog steeds kwaad om het beleid van het vorige kabinet. Het computermodel heeft berekend dat mijn niet heel grote veestapel een bedreiging is voor de natuur en moet verdwijnen. Daarvoor is geld beschikbaar dat de belastingbetaler heeft opgebracht. Te verwaarlozen berekende natuurwinst Gevolg is nu al dat mijn koeien uit de wei zijn verdwenen. Het landschap is saaier geworden. Mijn blijvende grasland is gescheurd, waardoor de biodiversiteit is verminderd. Ook voor de weidevogels is dat niet gunstig. Er spoelen meer meststoffen uit door de teelt van mais in plaats van gras en ik heb nog nooit zo veel bestrijdingsmiddelen gebruikt als dit jaar. En waarvoor? Voor een te verwaarlozen berekende winst voor de natuur vanwege minder stikstofuitstoot. Nederland heeft een nieuw kabinet met een nieuw landbouwbeleid. Qua landbouw heb ik vertrouwen in dat kabinet. Maar omdat de meeste regels uit Brussel komen, ben ik bang dat er niet veel verlichting komt. Misschien zeg ik over een paar jaar wel dat de stoppersregeling het beste is dat mij ooit is overkomen. Nu is het gevoel echter erg dubbel. Bron: https://www.nieuweoogst.nl/nieuws/2024/08/19/als-het-buigen-of-barsten-wordt-dan-ga-ik-buigen

cs-agrar


Foto's
0
Video's
0
Topics
3
Reacties
8.812
Stemmen
3.197
Volgers

Over mij

Leeftijd: 124jr
Laatst op Boeren.online: 2jr geleden
Laatst op Prikkebord: 2u geleden
Laatst op TractorFan: 6d geleden

Bedrijven

Ervaring

Ik heb ervaring met de volgende machines:

Merk / type Waardering