Gevreesde methaanremmer Bovaer ook ingezet in Nederland

Methaanremmer Bovaer van DSM-Firmenich (WEF) is onder vuur komen te liggen. Aanleiding zijn proeven die Arla samen met Britse supermarkten doet om melk ‘CO2-armer’ te maken. Via sociale media wordt opgeroepen om melk van Arla te boycotten omdat Bovaer schadelijk zou zijn voor de gezondheid. Volgens Arla is dit ‘desinformatie’ en de Amerikaanse medicijnwaakhond FDA beweert dat het methaanreducerende voeradditief voor koeien veilig is. In Nederland vindt het breed ingang. In maart vorig jaar kondigden FrieslandCampina, DSM en Agrifirm aan een grootschalige pilot met Bovaer met succes te hebben afgerond. Meer: https://www.ninefornews.nl/gevreesde-methaanremmer-bovaer-ook-ingezet-in-nederland/

Veestapel iets gekrompen, forse daling aantal schapen door blauwtongvirus

In Nederland worden iets minder varkens en runderen gehouden dan vorig jaar. Uit de jaarlijkse landbouwtelling van het CBS blijkt ook dat het aantal schapen in de veesector fors is gedaald. Deze afname van 13 procent wordt grotendeels toegeschreven aan het blauwtongvirus. De algemene trend is dat er minder veehouderijen zijn met meer dieren per bedrijf. Varkens vormen de grootste groep vee in de statistieken van het CBS; kippen zijn daarin niet meegenomen. Er zijn zo'n 10,6 miljoen varkens. Dat is een daling van 2,6 procent ten opzichte van het jaar ervoor. Op 1 april 2024 telde Nederland 3,77 miljoen runderen. Dat zijn er 1,9 procent minder dan een jaar eerder. De schapen- en geitensector is vele malen kleiner dan die voor runderen en varkens. Er zijn momenteel bijna een half miljoen geiten, iets minder dan in 2023. Het aantal schapen is dit jaar 732.000, een daling van bijna 13 procent als gevolg van het voor schapen dodelijke blauwtongvirus. Het kabinet heeft verschillende maatregelen genomen om de veestapel te laten krimpen. Het statistiekbureau zegt niet expliciet in hoeverre de daling van het aantal dieren verband houdt met dit beleid. De veestapel moet kleiner worden om bijvoorbeeld de mest- en stikstofcrisis aan te pakken en om de klimaatdoelen te halen. Onlangs waarschuwde het Planbureau voor de Leefomgeving dat Nederland die klimaatdoelen, zoals het fors verminderen van de CO2-uitstoot, zeer waarschijnlijk niet gaat halen. De Europese Commissie heeft er weinig vertrouwen in dat het huidige beleid ertoe zal leiden dat de jarenlange overproductie van mest in Nederland stopt. In deze video wordt uitgelegd hoe de mestcrisis in elkaar steekt: Er zijn dit jaar volgens het CBS bijna 14.000 melkveebedrijven. Dat is een flinke daling van bijna een kwart ten opzichte van 2017. Daar staat tegenover dat er meer dieren per bedrijf worden gehouden. In 2017 waren er gemiddeld 94 melkkoeien per onderneming. Dit jaar is dat aantal gestegen tot 111 dieren. Ook de hoeveelheid varkens per boerderij is fors toegenomen in zeven jaar tijd. Volgens het CBS was er een stijging van 19 procent en zijn er nu gemiddeld 3400 dieren per bedrijf. Vooral kleine bedrijven zijn de afgelopen jaren gestopt. Er zijn momenteel bijna 3000 varkensveehouderijen.

Eerste Kamer steunt wijziging Meststoffenwet

De Eerste Kamer heeft dinsdag 19 november ingestemd met het voorstel van minister Wiersma van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur om de Meststoffenwet te wijzigen in verband met de maximale mestproductie. De fracties van OPNL, GroenLinks-PvdA, D66, CDA, Volt, PVV, SP, VVD, JA21, ChristenUnie, BBB en 50PLUS stemden voor het voorstel, de fracties van SGP, FVD en PvdD stemden tegen. Ook is gestemd over vijf moties die door de Kamer waren ingediend tijdens het debat met de minister op dinsdag 12 november. Alle moties zijn verworpen. Het wetsvoorstel wijziging Meststoffenwet in verband met de maximale mestproductie heeft betrekking op een aantal wijzigingen van de Meststoffenwet in verband met de implementatie van de derogatiebeschikking. Met derogatiebeschikking hebben lidstaten van de Europese Unie, onder voorwaarden, de mogelijkheid af te wijken van de voorgeschreven regels. De wijziging gaat allereerst over de nationale en sectorale mestproductieplafonds, in verband met de maximale hoeveelheid dierlijke mest die vanwege de derogatiebeschikking vanaf 2025 in Nederland geproduceerd mag worden. Daarnaast wordt een aantal wijzigingen voorgesteld ter realisatie van die verlaagde mestproductieplafonds. Het gaat daarbij om het afromen van fosfaat-, varkens- en pluimveerechten bij overgang van deze rechten en bij bedrijfsoverdracht, en het verduidelijken van situaties waarin deze afroming plaatsvindt. Ten slotte wordt voorgesteld de hoogte van de afromingspercentages en de verdeling van de sectorale mestproductieplafonds in de toekomst bij algemene maatregel van bestuur te kunnen vaststellen.

Vakmanschap werkt bij verlagen ammoniakemissies in de melkveehouderij

Persbericht LTO Noord Dankzij de specifieke combinatie van kennis, inzet met slimme managementmaatregelen behaalden de melkveehouders van Netwerk Praktijkbedrijven een reductie van 19,4% ammoniakemissie (bedrijfsemissie) in 2023, ten opzichte van 2020. De focus lag hierbij op rantsoen- en diermanagement, waarbij met name gestuurd werd op het RE-gehalte, het aantal stuks jongvee en de verhouding van RE/kVEM. Met het aanscherpen van hun vakmanschap zijn zij in staat geweest in drie jaar tijd grote stappen te zetten in het terugdringen van hun ammoniakemissies. Hoe bereikt? Naast de eerder gepresenteerde cijfers is nu ook duidelijk hoe de deelnemers dit klinkende reductiepercentage hebben behaald. De door hen genomen maatregelen en acties zijn in een rapport zichtbaar gemaakt en toegelicht. Ondanks de soms grote verschillen in bedrijven en bedrijfsvoering, heeft elk bedrijf op eigen wijze invulling gegeven aan de ‘hoe-vraag’ met behulp van het routeplan van Netwerk Praktijkbedrijven. Het is dus mogelijk om reductiesucces te realiseren op basis van eigen vakmanschap, met motivatie en de bereidheid om kennis, inzichten en vaardigheden bij te stellen. Ruw eiwitgehalte Minder ruw eiwit (RE) in het rantsoen betekent minder stikstof en dus minder ammoniak. Onder het mom van ‘wat er niet in gaat komt er ook niet uit’ verlaagden de onderzoeks- en demonstratiebedrijven gemiddeld hun RE-gehalte met 8 g van 164 g in 2020 tot 156 g in 2023. De projectdoelstelling van 150 g RE is in 2023 al door een kwart van de deelnemers behaald. Voor de start van het Netwerk zat 2% van de deelnemers (in 2020) onder 151 g RE per kg DS. Gedurende de looptijd van het project groeide deze groep tot 25%. Tegelijkertijd daalde de groep met een RE-gehalte van meer dan 160 g met 35% (van 57% in 2020 naar 22% in 2023). De manier waarop deelnemers het RE-gehalte in hun rantsoen verlaagden, verschilt per bedrijf. De meest gekozen acties zijn: doorrekenen van het voerrantsoen, krachtvoer met lager eiwit voeren, kuilvoer droger inkuilen, extra eiwitarme producten voeren en het aanpassen van de bemesting op DS-opname en het RE-gehalte. Jongvee Jongvee produceert geen melk, maar wel mest. Minder jongvee betekent dus minder ammoniakemissie. Het aantal stuks jongvee van de 40 deelnemers steeg licht van 4,7 in 2020 naar 4,9 stuks per 10 melkkoeien in 2023, maar bleef onder de streefwaarde van 5 stuks. De meest gekozen acties van de 40 deelnemers om op het jongvee te sturen zijn: 70% insemineren met vleesras, diergezondheids-gerelateerde acties uitvoeren, redenen voor afvoer inzichtelijk maken en het aanhouden van meer koeien bij een gelijk aantal jongvee. Energiedichtheid van het rantsoen Een koe heeft dagelijks een bepaalde hoeveelheid energie nodig. Hoe hoger de energiewaarde per kg droge stof (VEM), hoe minder voer de koe nodig heeft. Ook is er energie nodig om het voereiwit goed te benutten. Balans is hierbij essentieel. Een teveel zorgt namelijk voor gezondheidsproblemen, een tekort leidt tot verminderde diergezondheid en een lagere melkproductie. De Netwerkdeelnemers verlaagden het kengetal RE/kVEM van 167 in 2020 naar 157 in 2023. Ze komen hierbij dicht in de buurt van de streefwaarde van 155. De meest gekozen acties van de onderzoeks- en demonstratiebedrijven om dit kengetal te verlagen zijn: aankopen/verwerken van producten met hoger VEM, optimaliseren van de ruwvoerteelt met hoger VEM, opvoeren van het VEM-gehalte per kg krachtvoer, verhogen van de VEM in kuilgras en (meer/anders) gaan weiden. Netwerk-aanpak voor het verlagen van emissies Binnen Netwerk Praktijkbedrijven wordt volgens een routeplan gewerkt aan 30% minder ammoniak- en methaanemissie in 2025. Managementmaatregelen staan centraal, waarbij wordt gestart met het rantsoen. Want: wat de koe niet in gaat, komt er ook niet uit. De deelnemers zijn in 2022 voor het eerst met ammoniak aan de slag gegaan. De onderzoeks- en demonstratiebedrijven laten de afgelopen drie jaar een daling van hun ammoniakemissies zien van 19,4% in 2023 (t.o.v. 2020). Deze resultaten zijn gehaald terwijl in dezelfde periode de veestapel groeide met 6,2% en de melkproductie toenam met 8,5%. De cijfers laten zien dat de projectdoelstelling van -30% ammoniakemissie in 2025 haalbaar is. Zeker met de wetenschap dat het invoeren van managementmaatregelen tijd kost. Blijf op de hoogte, een ingekorte versie van het rapport is hier te lezen: https://manage.pressmailings.com/click/?id=66914956&url=806074&signature=MpPB3TrsZsOwUrD-qwqpsV5sEKVMHnP646Sh3Jccvro [i]Over Netwerk Praktijkbedrijven Netwerk Praktijkbedrijven is een initiatief van LTO Noord en Wageningen University & Research. De financiering is afkomstig van het ministerie van LVVN, uitvoering en gezamenlijk projectleiderschap is belegd bij LTO Noord en Wageningen University & Research. Het project maakt deel uit van de programmatische aanpak 'Integraal Aanpakken' als onderdeel van het LVVN-Klimaatbeleid. Kennis over methaan (en hoe dit in de bedrijfsvoering in te passen) is nog volop in ontwikkeling. Daarom focust de publieksversie van de tussentijdse projectresultaten zich alleen op het verlagen van ammoniakemissies.[/i]

Biologische Stadsboerderij Almere koopt opnieuw flinke lap grond dankzij grondcoöperatie

Het is de biologische Stadsboerderij Almere voor de tweede keer dit jaar gelukt om landbouwgrond te kopen. De benodigde miljoenen euro's zijn dankzij een speciaal opgerichte grondcoöperatie op tafel gekomen. De nieuw gekochte 17 hectare ligt langs de A27 bij Almere, ter hoogte van het stadsdeel Oosterwold. Eerder dit jaar was, even verder op, ook al 15 hectare gekocht. Daar werd toen 2,5 miljoen euro voor betaald. In mei van dit jaar is speciaal voor de aankoop van stukken grond de Landcoöperatie Vliervelden opgericht. Dat er nu weer ruim 2,5 miljoen euro op tafel komt is bijzonder, zegt Tineke van den Berg van De Stadsboerderij. "Mensen vinden het echt leuk om lid te zijn van de grondcoöperatie en ik vind dat bijzonder", zegt Van den Berg. Volgens haar gaat het de deelnemers niet zozeer om het rendement. "Dat rendement is niet slecht, maar het zit toch onder de tien procent." Maar mensen willen iets goeds doen met hun geld en worden daarom lid van de biologische Landcoöperatie Vliervelden, denkt Van den Berg. De biologische Stadsboerderij moet steeds meer grond kopen, om het veilig te stellen voor de toekomst. Almere groeit en daarvoor is steeds meer grond nodig, ziet Van den Berg. Met onze aankoop wordt ervoor gezorgd dat deze grond in de toekomst landbouwgrond blijft. [image:https://d5ms27yy6exnf.cloudfront.net/pictures/NHN_Cooperatie2_234DBAB6AC3DA654C1258BD60050D148.jpg] "Het is fantastisch dat de Stadsboerderij Almere zo diep ingebed is geraakt. Dat er zoveel mensen om ons heen gingen staan de afgelopen jaren", zegt een geraakte Van den Berg. Dankzij investeerders is er geld voor grond. Ook is ze blij met de steun van vele vrijwilligers, die allerhande noodzakelijke klussen uitvoeren. Als voorbeeld noemt ze de vrijwilligers die helpen met het binnenhalen van de oogst. "Deze week is de laatste broccoli van het land gehaald. Dat sluiten we dan af met een zogenoemde broccoliborrel, met soep en taart. Het gaat ons om meer dan alleen maar het geld", zo besluit ze. [info]In onze rubriek Na Het Nieuws besteden we aandacht aan onderwerpen die eerder in het nieuws zijn geweest. We kijken terug met de kennis van nu en willen weten wat het nieuws van toen heeft betekend of heeft gebracht.[/info]

Landbouw is in economische zin een tamelijk onbeduidende sector in Nederland

Door Frank Kalshoven, De claim dat ‘het agrocomplex’ goed is voor wel 6,7 procent van de Nederlandse economie, zagen we vorige week, is weliswaar correct, maar ook nietszeggend. De correct berekende bijdrage van de sector landbouw (de veeteelt, de akkerbouw, de tuinbouw) aan de Nederlandse economie is beperkt tot grofweg 1,5 procent. Zo ver waren we. Maar niet alles wat klein is, is onbelangrijk. Daarover deze week. Economische activiteiten hebben vaak effecten op anderen dan de direct betrokkenen. Externe effecten noemen economen dat. Tata Steel maakt staal, en krijgt voor dat staal per ton betaald door zijn klanten. Maar de omwonenden, die niets met die staalproductie en -verkoop te maken hebben, ervaren de overlast en de gezondheidsschade van de productie. Zo is het met de landbouw ook. De sector mag dan klein zijn in toegevoegde waarde, ze is groot in het veroorzaken van maatschappelijke schade. Van de externe effecten van de landbouw bestaat bij mijn beste weten geen compleet overzicht. Maar er zijn voorbeelden te over. Broeikasgassen. Volgens De Staat van de Landbouw, Natuur en Voedsel, een jaarlijkse publicatie van Wageningen Economic Research (WER) in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek, is het aandeel van de landbouw in de totale uitstoot van broeikasgassen in Nederland 16 procent (in 2021). Gasverbruik in kassen speelt hierin een rol. En de veeteelt natuurlijk. Maar in dit getal zit bijvoorbeeld ook de productie en transport van kunstmest. Nu dus kritisch blijven. Kunstmestproductie hóórt niet tot de landbouw in enge zin (die goed is voor 1,5 procent nationaal inkomen aan toegevoegde waarde), dus kun je ook de externe effecten hiervan niet aan de landbouw toerekenen. Feit blijft dat landbouw, vergeleken met de economische relevantie, een zeer grote broeikasgasproducent is. En een grote stikstofproducent: ruim 450 miljoen kilo. En een grote gebruiker van ‘gewasbeschermingsmiddelen’ (landbouwgif dus): 9 miljoen kilo (in 2021). En met 19 procent van het totaal is de landbouw ook een relatief grote uitstoter van fijnstof (PM10). En dit zijn dan alleen nog maar lokale voorbeelden van de fysieke kant van de zaak, met effecten op de natuur en de gezondheid. Er zijn daarnaast negatieve maatschappelijke effecten, bijvoorbeeld van de huisvesting van arbeidsmigranten. De gevolgen van de lage grondwaterstand omwille van de landbouw. Er zijn negatieve externe effecten elders, zoals ontbossing in het Amazonegebied ten behoeve van veevoerproductie. Ik heb het totale overzicht van de externe effecten niet (misschien zijn er zelfs positieve!), maar dat is voor de redenering ook niet nodig. Wat is die redenering dan? Dat het vreemd is om (pakweg) de helft van het grondgebied van een land te gebruiken voor een activiteit die slechts 1,5 procent bijdraagt aan het inkomen in enge zin en daarmee grote schade veroorzaakt tijdens de productie. Misschien is die schade, op geld gewaardeerd, zelfs wel groter dan die 1,5 procent, waarmee de landbouw per saldo een welvaartsvernietigende activiteit zou zijn. Nee, ik bedoel niet: schaf maar af, die landbouw. Maar wel: het moet radicaal anders. En als er hier en daar wat hectaren nodig zijn voor woningbouw, elektriciteitsproductie of nieuwe natuur, dan is dat geen probleem. Nederland heeft, in tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd, géén ruimteprobleem. Wel: irrationeel ruimtegebruik. Eerst de huidige toestand analyseren; dan nadenken over de toekomst. Dat eerste hebben we de afgelopen tijd gedaan, dat tweede is onderhanden werk. Ik kom erop terug. Frank Kalshoven is econoom en publicist

Overname familiebedrijf: droom of drama voor jonge Flevolandse boeren?

Jonge boeren in Flevoland staan voor een grote uitdaging bij overname van het familiebedrijf. De sterk gestegen grondprijzen maken het steeds moeilijker om de financiering rond te krijgen en daarmee toekomst van het bedrijf veilig te stellen. "De prijs van één hectare grond is ontzettend hoog, soms gaat het wel over twintig, dertig, misschien wel nog veel meer miljoenen", aldus Tom van Wijk van het Flevolands Agrarisch Jongeren Kontakt (FAJK). De prijs van landbouwgrond in Flevoland is de afgelopen vijf jaar in sommige gevallen zelfs verdubbeld. Grondeigenaar Hoewel stijgende grondprijzen de vermogenspositie van bedrijven versterken, maken ze het volgens landbouweconoom Evert Los van de Aeres Hogeschool voor jonge boeren moeilijker om een bedrijf over te nemen. "Sommige bedrijven hebben eigendomsgrond. Dan profiteer je natuurlijk ook wel mee van die grondprijsstijgingen. Maar voor bijvoorbeeld kleinere bedrijven of pachtbedrijven die eigenlijk die grond niet in eigendom hebben, wordt het een lastig verhaal met de hoge grondprijzen." De hoge prijzen kunnen leiden tot spanningen en scheve gezichten binnen families. Ook wordt niet openlijk over het thema gesproken. "Het is natuurlijk iets heel privés", zegt Tom van Wijk. "Als je geen enig kind hebt bijvoorbeeld, dan kun je familieleden hebben die het moeten gunnen, want die kunnen ook hun eigen zegje doen of ook zeggen van, joh ik wil mee participeren." Compensatie Wanneer één van de kinderen het bedrijf wil overnemen, moeten de andere kinderen gecompenseerd worden om scheve gezichten te voorkomen. "De waarde van het bedrijf moet verdeeld worden over de familie, en dat is een moeilijke puzzel als er meerdere erfgenamen zijn", zegt Evert Los. Soms wordt er gekozen om een deel van de grond te verkopen en deze terug te pachten om zo aan het nodige kapitaal te komen. Maar daarmee ontstaat ook een risico voor de toekomst. Zonder grond wordt een bedrijf kwetsbaarder en is de continuïteit volgens Los moeilijker te waarborgen. "Denk aan discussies in de melkveehouderij omtrent grondgebondenheid. Als je daar dan grond weghaalt onder het bedrijf is dat eigenlijk gewoon iets wat eigenlijk niet wenselijk is voor de meeste ondernemers." [image:https://d5ms27yy6exnf.cloudfront.net/pictures/PXL_20241114_125206557.MP_3AC5274719F94861C1258BD500754977.jpg] Spagaat Hij omschrijft het als een spagaat waar een jonge boer en zijn familie in terecht komt. "Je wilt je familie recht doen en tegelijkertijd de toekomst van het bedrijf veiligstellen, maar het lijkt soms onmogelijk om beide te bereiken." Een alternatief is het onderverdelen van de grond in enerzijds gebruiksrecht door de boer en anderzijds het bloot eigendom. Dat is een vakterm die inhoudt dat je op papier het eigendom overdraagt. Evert Los vertelt dat deze constructie onder meer wordt toegepast door investeringsfondsen. Het levert geld op voor de boer, maar nadeel blijft dat het eigendom verloren gaat. "Het is een soort noodoplossing om zo'n bedrijfsovername te financieren, maar je vreet tegelijkertijd je bedrijf eigenlijk op." Daarmee is het een uitsterfconstructie, omdat het maar één keer toegepast kan worden. De bedrijfsopvolger heeft op zijn oude dag dan eigenlijk niets meer om over te dragen. Familiebank Een andere optie is de familiebank-constructie. In dat geval verstrekt de familie een lening aan de opvolger. "Het vermindert de hypotheeklast voor de bedrijfsopvolger en het houdt het familievermogen binnen de familie", zegt Los hierover. Hij legt uit dat deze constructie steeds populairder wordt in de sector. Evert Los adviseert jonge boeren om goed na te denken over de financiële lasten: "Het is aan de ene kant natuurlijk heel mooi dat ze het enthousiasme hebben om in die sector aan de gang te willen gaan. Tegelijkertijd op het moment dat bij zo'n overname de financieringsdruk zo hoog wordt, dat moet wel bij je passen." Los geeft aan dat jonge boeren het moeilijk kunnen hebben door de hoge druk en stress die het boerenbedrijf met zich meebrengt. De hoge kosten en verplichtingen die gepaard gaan met het financieren van een boerderij spelen hierbij een grote rol. Ondanks het enthousiasme dat jonge boeren vaak hebben, is het volgens de landbouweconoom belangrijk dat ze goed nadenken of het boerenleven echt bij hen past. Bahama's Tom van Wijk laat weten dat hij positief blijft, ondanks de uitdagingen die er zijn bij een bedrijfsovername, maar ook met het huidige politieke klimaat. Het rendement pakken van bedrijf dat op papier miljoenen waard is, en verkassen naar een tropisch eiland zien veel boeren volgens hem niet zitten. "Dan denk ik dat heel veel mensen daar hartstikke ongelukkig van worden, want ik zelf vind het hartstikke mooi om buiten elke dag in het veld te zijn en te kijken naar de gewassen die groeien. Dat ga je op de Bahama’s niet zien denk ik."

Eerste landen komen met ambitieuzere klimaatplannen en zetten toon voor de rest

Het hoeft deze klimaattop officieel nog niet, maar sommige landen doen het al wel: ingrijpende aangescherpte plannen presenteren om hun broeikasgassenuitstoot omlaag te krijgen. Het is voor veel landen een zware bevalling: dure plannen die een forse impact hebben op de nationale economie, die regeringsleiders bovendien lang niet altijd populair maken bij hun kiezers. Integendeel. Komende februari, zo hebben de landen afgesproken in het Parijsakkoord, moeten alle aangescherpte klimaatdoelen er liggen. En die moeten ambitieuzer zijn dan de vorige. Landen die al eerder zijn, bepalen eigenlijk de toon voor de rest. Want als de eerste landen razend ambitieus zijn, kan de rest dan wel achterblijven? Op de klimaattop in Azerbeidzjan is de grote aandachttrekker - zowel negatief als positief - vooral de zogenoemde 'trojka': de drie landen die verantwoordelijk zijn voor de vorige klimaattop (Verenigde Arabische Emiraten), de huidige (Azerbeidzjan) en de komende (Brazilië). Zeker die eerste en laatste geven een signaal af dat andere landen in meer of mindere mate dwingt tot ambitie. Gemiste kans Opvallend genoeg grijpt Azerbeidzjan de top in eigen land vooralsnog niet aan om plannen te presenteren. "Echt een enorme gemiste kans", reageert klimaatfinancieringsexpert Pieter Pauw van de TU Eindhoven. "Rond het begin van dit soort toppen proberen landen de bereidheid om te onderhandelen juist te vergroten met sweeping statements en grote beloften. Dat laat Azerbeidzjan nu volledig liggen." Ambitieuzer is het signaal van de Verenigde Arabische Emiraten (VAE), een land dat weliswaar fossiele brandstoffen door de aderen heeft stromen, maar ook vorig jaar de klimaattop organiseerde en zich nu dus van zijn goede kant wil laten zien. Per 2035 wil het land de uitstoot van broeikasgassen met 47 procent verminderen, blijkt uit de nieuwste plannen. "47 procent, heel mooi. Dat zijn percentages waar we een paar jaar geleden, voor het Parijsakkoord, alleen van konden dromen", zegt Pauw. "Tegelijk is het minder dan er wereldwijd nodig is: 60 procent. En dan stoten de Emiraten ook nog eens vrij veel uit per hoofd van de bevolking, dus ze hadden zelfs nog boven die 60 procent moeten zitten." Olieproductie omhoog Verdere kritiek die op de Emiraten klinkt is dat het land voornemens is om naast de ambitieuze eigen uitstootdoelen tóch de fossiele productie verder op te voeren. Zolang de gas- en olieproductie omhooggaat, wordt er dus meer fossiele brandstof geëxporteerd en gaat de uitstoot elders omhoog. Datzelfde probleem is er met de plannen van Brazilië, dat volgend jaar de klimaattop organiseert. De Brazilianen zijn ambitieuzer dan de Emiraten: de uitstoot per 2035 moet omlaag met tussen de 59 en 67 procent, wat zeker voor een ontwikkelingsland uitzonderlijk hoog is. Brazilië stelt allerlei maatregelen voor om de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen in het eigen land te verminderen. Maar ook de Brazilianen bouwen tegelijk de productie niet af. Toch is de verwachting dat het G20-land een grote impact heeft op de klimaatdoelen van andere landen. Pauw: "Denk bijvoorbeeld aan het effect op landen met net als Brazilië veel bossen, zoals Congo en Indonesië. Met deze plannen kunnen ze aankloppen bij die landen om ze aan het werk te zetten, onder het mom van: 'wij hebben het zelf ook gedaan, want de noodzaak is toch duidelijk?'." Dit is wat jij moet weten over de klimaattop(pen): Industrieland Verenigd Koninkrijk heeft officieel nog geen plan ingediend, maar premier Starmer zet bepaald niet laag in. Hij noemt een uitstootreductie van 81 procent ten opzichte van 1990, waar andere industrielanden met interesse naar zullen kijken. Ook de EU zal dat doen, maar de verwachting is niet dat die het snel zal gebruiken om eigen plannen te presenteren. Los van het feit dat de Europese Commissie nog niet op volle kracht is na de verkiezingen van afgelopen zomer, is er in werkelijkheid weinig overeenstemming in EU-landen over ambitieuzer klimaatbeleid. In veel lidstaten, waaronder ook Nederland, heeft ambitieuzer klimaatbeleid de wind bepaald niet mee. Het is dan ook de vraag of de EU de deadline in februari überhaupt haalt. Andere nationale plannen om de broeikasgassenuitstoot te beperken zijn voorlopig niet te verwachten. "Landen zullen nu toch de kat uit de boom kijken, en afwachten wat deze top oplevert voordat ze hun plannen formuleren", zegt Pauw. "En ontwikkelingslanden zijn ook echt op financiële hulp aangewezen voor de uitvoering, dus dat maakt de uitkomst van de top in Bakoe extra belangrijk."

Kalverintegraties kopen de modernste boeren uit

Kalverintegraties zoals Van Drie en Klaremelk kopen boerenbedrijven op om moderne stallen te behouden en troeven daarmee de overheid af die met uitkoopregelingen ook de nieuwste stallen wil laten verdwijnen. Dat schrijft Omroep Gelderland. De huidige opkoopregelingen van de overheid bieden boeren met moderne stallen een aantrekkelijke uitkoopregeling. De agrobedrijven vrezen hierdoor verlies van nou juist toekomstbestendige bedrijven. Volgens Van Drie en Klaremelk zijn deze nieuwe stallen juist cruciaal om duurzaamheidsdoelen te behalen en de sector te behouden. De overheid zou zich volgens hen beter kunnen richten op kleinere, oudere bedrijven die vanzelf verdwijnen, omdat de Nederlandse veehouderij toch krimpt door hoge kosten. De mogelijkheid voor moderne bedrijven om te verkopen aan de overheid creëert een soort perverse prikkel die de modernste bedrijven uit de markt haalt terwijl je die juist in de benen zou willen houden. Het is een verkwisting van waardevolle duurzame investeringen, vinden de kalverintegraties dan ook en daarom selecteren ze die bedrijven juist uit. Minister Wiersma zegt de signalen te herkennen van agrobedrijven die achterwaarts integreren door hun toeleverende boeren op te kopen herkennen. Ze benadrukt dat boeren vrij zijn om te kiezen aan wie ze verkopen. De eigenaren van grote moderne boerenbedrijven kunnen hiermee hun slag slaan. Ze worden of rijk van de verkoop van hun bedrijf en laten de zorgen over de toekomst van boeren in Nederland aan hun afnemers of kiezen er nu de markt goed is voor het liquideren van hun Nederlandse bedrijf om elders in de wereld voor minder geld een groot bedrijf te kopen.

(Nog) meer Koewelzijn met Flex Luchtstal #Eurotier

Te zien op de Eurotier, ik ga er morgen heen. Wie gaat er ook heen?: Dit jaar gaat de Dierenwelzijnsprijs naar de Flex Luchtstal van Koewelzijn. In tijden van klimaatverandering en steeds langere perioden met zeer hoge temperaturen in de zomer is het vermijden van hittestress bij landbouwhuisdieren een hele grote uitdaging. https://www.eurotier.com/fileadmin/_processed_/0/a/csm_Flex-Air-Stall-images-04_0f79291dd1.jpg Naast een enorme aantasting van het welzijn en de diergezondheid, gaat hittestress bij melkkoeien ook gepaard met een aanzienlijke daling van de melkproductie. Retrofitsystemen zoals ventilatoren zijn lastig te implementeren in bestaande stalgebouwen en het gewenste verkoelende effect wordt vaak niet bereikt daar waar het nodig is, namelijk op het dier. Hier komt de Flex Air-stal in beeld: een constante stroom verse lucht in de ligruimte van de koe via de boxbar verhoogt het koecomfort aanzienlijk. Deze aanpak is even eenvoudig als vernieuwend. Dit voorkomt snel en blijvend dierenleed door hitte. Voor het eerst is er een systeem beschikbaar dat in de rustruimte van de dieren een comfortabele klimaatzone creëert en zo snel en effectief een optimaal welzijn voor de koeien in de ligboxenstal garandeert. De Flex Air-stal dient om het welzijn en de gezondheid van de koeien direct te beschermen, vooral in het licht van de huidige uitdaging van klimaatverandering, en verdient daarom de Animal Welfare Award ten zeerste. Bron: https://www.eurotier.com/de/awards/animal-welfare-award/gewinner-2024

Wiersma: maatregelenpakket zal mestprobleem niet helemaal oplossen

Veehouders moeten zelf ook afwegen hoe ze omgaan met het overschot aan mest. Dat heeft minister Wiersma van Landbouw gezegd in de Tweede Kamer. Het probleem dat veel boeren volgend jaar waarschijnlijk weer met overvolle mestkelders zitten is volgens haar niet makkelijk op te lossen. Uiteindelijk zullen alle maatregelen niet genoeg zijn om te compenseren dat de boeren minder mest mogen uitrijden, maakte ze duidelijk. "We zitten niet stil. Er wordt elke dag hard aan oplossingen gewerkt. Maar de verantwoordelijkheid ligt ook bij de boer. Veehouders moeten zelf een afweging maken", zei Wiersma. "En ik begrijp dat dat ingrijpend kan zijn." Toch illegaal uitrijden? Verschillende Kamerleden wilden weten wat de boodschap van de minister nu eigenlijk betekent voor individuele boeren. CDA-Kamerlid Vedder: "Ik zie eigenlijk maar twee smaken: of koeien naar de slacht of toch stiekem mest uitrijden". Dat laatste zou illegaal zijn en een milieudelict. Wiersma benadrukte dat iedereen, ook boeren, zich aan de wet moeten houden. De meest acute problemen met volle mestkelders zijn nu opgelost, bleek vanmorgen. Maar de zorgen over de nabije toekomst blijven. Er zijn boeren die stoppen of overstappen naar akkerbouw. Het afvoeren van mest is voor veel veehouders onbetaalbaar geworden. Ook slaan boeren de mest tijdelijk op, in bassins of speciale plastic zakken. Maar dat verplaatst alleen maar het probleem naar volgend jaar, want dan moeten ze de overtollige mest alsnog afvoeren. Gisteren werd bekend dat Wiersma een miljard euro wil vrijmaken voor een regeling waardoor boeren vrijwillig met hun bedrijf kunnen stoppen. Oppositiepartijen betwijfelen of dat bedrag genoeg is. 'Mestgezant' voor export Het kabinet ijvert daarnaast in de EU voor een nieuwe uitzonderingspositie voor Nederland. Verder wordt er binnenkort een 'mestgezant' benoemd, die moet gaan bewerkstelligen dat er meer Nederlandse mest naar het buitenland wordt geëxporteerd. Ook wil Wiersma meer dierlijke mest laten omzetten in kunstmest. Dit product, Renure, mag dan weer uitgereden worden over de dierlijke mest op de akkers. Maar, zo beklemtoonde ze vandaag in het debat, dat hele pakket zal uiteindelijk niet genoeg zijn om het totale mestprobleem op te lossen. Een meerderheid van de Kamer wil dat Wiersma daarom snel komt met haar visie op de landbouw van de toekomst. Daarin moeten structurele keuzes gemaakt worden. Maar de minister wil dat naar eigen zeggen zorgvuldig doen en daarom wil ze daar later op terugkomen.

Wiersma: maatregelenpakket zal mestprobleem niet helemaal oplossen

Veehouders moeten zelf ook afwegen hoe ze omgaan met het overschot aan mest. Dat heeft minister Wiersma van Landbouw gezegd in de Tweede Kamer. Het probleem dat veel boeren volgend jaar waarschijnlijk weer met overvolle mestkelders zitten is volgens haar niet makkelijk op te lossen. Uiteindelijk zullen alle maatregelen niet genoeg zijn om te compenseren dat de boeren minder mest mogen uitrijden, maakte ze duidelijk. "We zitten niet stil. Er wordt elke dag hard aan oplossingen gewerkt. Maar de verantwoordelijkheid ligt ook bij de boer. Veehouders moeten zelf een afweging maken", zei Wiersma. "En ik begrijp dat dat ingrijpend kan zijn." Nederlandse boeren hadden jarenlang een uitzonderingspositie in de EU, waardoor ze meer mest mochten uitrijden. Maar aan deze derogatie komt nu een eind. Te veel mest belast de natuur. Toch illegaal uitrijden? Verschillende Kamerleden wilden weten wat de boodschap van de minister nu eigenlijk betekent voor individuele boeren. CDA-Kamerlid Vedder: "Ik zie eigenlijk maar twee smaken: of koeien naar de slacht of toch stiekem mest uitrijden". Dat laatste zou illegaal zijn en een milieudelict. Wiersma benadrukte dat iedereen, ook boeren, zich aan de wet moeten houden. De meest acute problemen met volle mestkelders zijn nu opgelost, bleek vanmorgen. Maar de zorgen over de nabije toekomst blijven. Er zijn boeren die stoppen of overstappen naar akkerbouw. Het afvoeren van mest is voor veel veehouders onbetaalbaar geworden. Ook slaan boeren de mest tijdelijk op, in bassins of speciale plastic zakken. Maar dat verplaatst alleen maar het probleem naar volgend jaar, want dan moeten ze de overtollige mest alsnog afvoeren. Gisteren werd bekend dat Wiersma een miljard euro wil vrijmaken voor een regeling waardoor boeren vrijwillig met hun bedrijf kunnen stoppen. Oppositiepartijen betwijfelen of dat bedrag genoeg is. 'Mestgezant' voor export Het kabinet ijvert daarnaast in de EU voor een nieuwe uitzonderingspositie voor Nederland. Verder wordt er binnenkort een 'mestgezant' benoemd, die moet gaan bewerkstelligen dat er meer Nederlandse mest naar het buitenland wordt geëxporteerd. Ook wil Wiersma meer dierlijke mest laten omzetten in kunstmest. Dit product, Renure, mag dan weer uitgereden worden over de dierlijke mest op de akkers. Maar, zo beklemtoonde ze vandaag in het debat, dat hele pakket zal uiteindelijk niet genoeg zijn om het totale mestprobleem op te lossen. Een meerderheid van de Kamer wil dat Wiersma daarom snel komt met haar visie op de landbouw van de toekomst. Daarin moeten structurele keuzes gemaakt worden. Maar de minister wil dat naar eigen zeggen zorgvuldig doen en daarom wil ze daar later op terugkomen.

Wiersma: maatregelenpakket zal mestprobleem niet helemaal oplossen

Veehouders moeten zelf ook afwegen hoe ze omgaan met het overschot aan mest. Dat heeft minister Wiersma van Landbouw gezegd in de Tweede Kamer. Het probleem dat veel boeren volgend jaar waarschijnlijk weer met overvolle mestkelders zitten is volgens haar niet makkelijk op te lossen. Uiteindelijk zullen alle maatregelen niet genoeg zijn om te compenseren dat de boeren minder mest mogen uitrijden, maakte ze duidelijk. "We zitten niet stil. Er wordt elke dag hard aan oplossingen gewerkt. Maar de verantwoordelijkheid ligt ook bij de boer. Veehouders moeten zelf een afweging maken", zei Wiersma. "En ik begrijp dat dat ingrijpend kan zijn." Nederlandse boeren hadden jarenlang een uitzonderingspositie in de EU, waardoor ze meer mest mochten uitrijden. Maar aan deze derogatie komt nu een eind. Te veel mest belast de natuur. Toch illegaal uitrijden? Verschillende Kamerleden wilden weten wat de boodschap van de minister nu eigenlijk betekent voor individuele boeren. CDA-Kamerlid Vedder: "Ik zie eigenlijk maar twee smaken: of koeien naar de slacht of toch stiekem mest uitrijden". Dat laatste zou illegaal zijn en een milieudelict. Wiersma benadrukte dat iedereen, ook boeren, zich aan de wet moeten houden. De meest acute problemen met volle mestkelders zijn nu opgelost, bleek vanmorgen. Maar de zorgen over de nabije toekomst blijven. Er zijn boeren die stoppen of overstappen naar akkerbouw. Het afvoeren van mest is voor veel veehouders onbetaalbaar geworden. Ook slaan boeren de mest tijdelijk op, in bassins of speciale plastic zakken. Maar dat verplaatst alleen maar het probleem naar volgend jaar, want dan moeten ze de overtollige mest alsnog afvoeren. Gisteren werd bekend dat Wiersma een miljard euro wil vrijmaken voor een regeling waardoor boeren vrijwillig met hun bedrijf kunnen stoppen. Oppositiepartijen betwijfelen of dat bedrag genoeg is. 'Mestgezant' voor export Het kabinet ijvert daarnaast in de EU voor een nieuwe uitzonderingspositie voor Nederland. Verder wordt er binnenkort een 'mestgezant' benoemd, die moet gaan bewerkstelligen dat er meer Nederlandse mest naar het buitenland wordt geëxporteerd. Ook wil Wiersma meer dierlijke mest laten omzetten in kunstmest. Dit product, Renure, mag dan weer uitgereden worden over de dierlijke mest op de akkers. Maar, zo beklemtoonde ze vandaag in het debat, dat hele pakket zal uiteindelijk niet genoeg zijn om het totale mestprobleem op te lossen. Een meerderheid van de Kamer wil dat Wiersma daarom snel komt met haar visie op de landbouw van de toekomst. Daarin moeten structurele keuzes gemaakt worden. Maar de minister wil dat naar eigen zeggen zorgvuldig doen en daarom wil ze daar later op terugkomen.

Grasbaal


Foto's
287
Video's
69
Topics
60
Reacties
11.729
Stemmen
1.742
Volgers

Over mij

Woonplaats: Spanbroek
Leeftijd: 60jr
Laatst op Boeren.online: 15u geleden
Laatst op Prikkebord: 9u geleden
Laatst op TractorFan: 15u geleden

Westfriese bourgondiër met een agrarisch hart

Bedrijven

Ervaring

Ik heb ervaring met de volgende machines:

Merk / type Waardering